Opel verwacht veel van de nieuwe Astra. De Astra heeft geen revolutionair ogende lijnen, maar de vormgeving valt mee. Met zijn meer dan 7 centimeter langere wielbasis dan vroeger is hij niet zo veel minder ruim achterin dan de Insignia, temeer daar de hellende daklijn met een designtruc visueel wel werd aangehouden, maar de hoofdruimte beter behouden blijft. Tijdens de eerste kennismaking waren er vier verschillende versies om mee te rijden: de twee turbobenzines en de twee grootste diesels (de Ecofl ex komt wat later op de markt). Door het gebrek aan collegialiteit van de Franse journalisten, die alle 1.7 CDTI-versies voor zichzelf hielden, hebben wij dit model niet aan de tand kunnen voelen; dat wordt werk voor Belgische testexemplaren. De twee benzineturbo's vielen goed mee. Zelfs de 1.4 T heeft weinig last met de toch niet zo lichte Astra - die minstens 1,4 ton zwaar is - en kan vlotte prestaties verzekeren. De 1.6 T is zonder twijfel het voorlopig sportiefste en snelste model van het gamma: terwijl hij in de veel zwaardere Insignia bij een sportieve rijstijl op zijn adem begint te trappen, wat zich vertaalt in een hoog verbruik, geeft de motor hier steevast het beste van zichzelf, zowel bij de acceleraties als qua hernemingen. Een erg aangename verrassing was de 2.0 CDTI, die we in combinatie met de zestrapsautomaat reden. Het interieur is duidelijk op dat van grote broer Insignia geïnspireerd, met dezelfde bedieningslogica, maar het dashboard is meer naar de bestuurder gericht en heeft niet langer de nodeloze dubbele knop voor bijvoorbeeld het multimediascherm. Aan de afwerking werd de nodige aandacht besteed, maar onze preproductie-exemplaren haalden qua materiaalkeuze nog niet de VW Golf-standaard. Zo werden bepaalde mat afgewerkte schakelaars bijvoorbeeld ontsierd door hardnekkige vetvlekken afkomstig van vorige rijders. Heel wat veiligheids- of comfortitems die in de Insignia werden geïntroduceerd, zullen ook voor de Astra verkrijgbaar zijn. We denken daarbij onder meer aan de gestuurde schokdemping Flexride (met drie standen: Tour, normaal en Sport), de speciale adaptieve verlichting AFL of het Opel Eye-systeem (dat verkeersborden leest), maar ook aan de veelvuldig verstelbare sportstoelen die het gegeerde AGR-certifi caat gekregen hebben (voor Aktion Gesunder Rücken). Een ander interessant comfortitem is een bijkomende stand voor de luchtroosters, waarbij die de luchtstroom veel diff user laten doorstromen zodat geen hinderlijke tocht ontstaat. Bij ons is de Astra te krijgen in vier uitrustingsvarianten: Essentia, Enjoy, Sport en Cosmo. De Astra gaat het nu wel meer upmarket zoeken, maar dat wil niet zeggen dat de instapversies daaronder lijden: in ons land kost de 1.4 Enjoy 17.850 euro (minder dan voordien), terwijl nu ook een uitgeklede Essentia-versie van dit model beschikbaar is voor 16.150 euro. Op de meeste modellen krijg je ook nog een nettokorting van 1.300 euro. Eind november moet het model bij ons in de showrooms staan.
Niet geheel onverwacht ging de Astra de mosterd halen bij grote broer Insignia, die alle verkoopverwachtingen overstijgt. Dat levert een geslaagde cocktail op: de nieuwe Astra is ruim en comfortable en ligt goed op de weg, terwijl zijn motoren (al dan niet drukgevuld) hem op het lijf geschreven lijken te zijn, zowel bij de benzines als bij de diesels. Jammer dat de Ecoflex-versie net wat te veel CO2 uitstoot om van de maximale overheidskorting te kunnen profi teren..
In dit artikel : Opel, Opel Astra