Eerste test / Porsche 718 Cayman GT4: Geknipt voor het circuit

De naam GT4 doet bij Porsche-liefhebbers allicht een belletje rinkelen: toen deze circuitgerichte (maar straatlegale) versie van de Cayman in 2015 uitkwam, veroverde ze meteen de harten van amateurcoureurs over de hele wereld. Een fantastische rijmachine, die de kwaliteiten van de ‘kleine’ Porsche aanvulde met elementen uit grote broer 911 – de GT3-versie dan nog wel. Dat basisprincipe is voor deze nieuwe 718 Cayman GT4 niet anders.

Uiterlijk is de Cayman GT4 herkenbaar aan zijn vaste achtervleugel van carbon, een rechthoekige diffusorsleuf tussen de centrale uitlaatpijpen en gapende koelsleuven op de flanken. Maar het belangrijkste zit hem onderhuids. In navolging van zijn voorganger erft de Cayman-in-racepak de voortrein van de 911 GT3, net als de remmen (stalen schijven of optioneel koolstofceramische exemplaren met gele klauwen). Achteraan zit een specifieke achtertrein, met ook nu weer omgekeerde Bilstein-schokdempers (zoals in de racerij). De GT4 ligt 3 centimeter dichter bij de grond dan een gewone 718 Cayman en krijgt standaard het Porsche Active Suspension Management mee. Verder beschikt deze versie nog altijd over een mechanisch sperdifferentieel, terwijl in bochten ook een vectoriële koppelverdeling actief is. De vierwielsturing van de 911 GT3 heeft deze Cayman dan weer niet.

Wat er verdandert

Maar de échte hoofdrol is weggelegd voor wat er achter de inzittenden ligt: een atmosferische vierliter, gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak (de gerobotiseerde PDK volgt later pas). Deze zescilinder perst er 420 pk uit – 35 pk meer dan de 3.8 uit de vorige Cayman GT4. Veel winst lijkt dat op het eerste gezicht echter niet op te leveren: 4,4 seconden voor de sprint van 0 tot 100 km/u is exact even snel als de oude GT4. Bij 200 km/u bedraagt het verschil wel al een volle seconde, en voor het eerst haalt de GT4 ook de drempel van 300 km/u. Maar de vooruitgang wordt pas écht duidelijk als je de circuittijden erbij neemt. Een rondje Nordschleife op de Nürburgring klaart de nieuwe Cayman GT4 in 7 minuten 28 seconden, of maar liefst 12 seconden beter dan zijn voorganger... en terloops ook 4 seconden sneller dan de machtige Carrera GT uit 2005.

Hoe hij rijdt

De Groene Hel stond voor ons niet op het programma, maar het circuit van Knockhill, in Schotland, is technisch bijna net zo veeleisend. Als een echte rollercoaster gaat het voortdurend op en neer, en door de hoogteverschillen wordt de ophanging heftig samengedrukt en weer losgelaten, maar de Cayman geeft geen krimp. Onder hoge druk verdeelt hij zijn gewicht zo nauwgezet over zijn twee assen dat kleine correcties volstaan om onmiddellijk de juiste koers terug te vinden. Het scheelt ook dat dit GT-chassis op ultrahogeprestatiebanden staat, type Michelin Pilot Sport Cup 2, rond stevige twintigduimvelgen. Grip is er dan ook op overschot, en ga je toch over de limiet, dan blijven de reacties progressief. Iets te overmoedig de bocht induiken verteert de compacte Porsche in elk geval met meer vergevingsgezindheid dan een 911.

Zelfs de hoog liggende – en nochtans behoorlijk verraderlijke – chicane van Knockhill weet de GT4 niet uit zijn lood te slaan. Dat fantastische evenwicht dankt deze über-Cayman aan zijn extra downforce, die volgens Porsche met 50 procent toenam in vergelijking met het vroegere model. Vandaar dus die fel verbeterde tijd op de Nürburgring... De achtervleugel alleen al ontwikkelt 20 procent meer, de diffusor achteraan tekent voor de overige 30 procent.

De nieuwe vierlitermotor is een echt toerenmonster, dat vooral boven 5.000 tot zijn recht komt: in zijn hoogste 2.000 toeren lijkt de zespitter wel bezeten en produceert hij een ronduit opwindende klank, die misschien ietwat gesmoord wordt door de partikelfilters. Op de bediening van de manuele zesbak is niks aan te merken, maar de spreiding had misschien wat beter gekund – de tweede versnelling is wat lang gekozen voor circuits zoals dit, waar het veel draaien en keren is. Tussengas geven bij het schakelen is in elk geval niet nodig, dat doet de auto zelf wel.

Budget

Dit atmosferisch speeltje kost net geen 100.000 euro, al zullen er niet veel exemplaren voor die prijs van eigenaar verwisselen. Het ongetwijfeld meest toepasselijke alaam vind je onder het Clubsport-pakket, waar een rolkooi, zespuntsgordel en een brandblusser de GT4 helemaal klaarzetten voor het betere omloopwerk. Desondanks kunnen we niet beweren dat de prijs onredelijk is, zeker niet gezien de sensaties en de kunde die deze Cayman uit zijn wielkasten schudt. Bedenk ook dat hij goedkoper is dan een 911, een Jaguar F-Type SVR of een Lotus Exige Cup 430 die hem - alsook de weliswaar veel duurdere Sport Series van McLaren - nog het dichtst op zijn vel zit.

Ons verdict

Deze GT4 overtreft niet alleen zijn voorganger, maar hij herinnert er ons ook aan hoeveel completer en begeerlijker een Cayman is met een atmosferische zescilinderboxer onder de kap. Akkoord, de basisprijs is niet mals – reken op minstens 100.000 euro – maar om deze Cayman op een circuit te kunnen bijbenen zul je al GT’s moeten laten aanrukken met een dubbel zo hoog prijskaartje. Enkel nog de rolkooi, het zespuntsharnas en de brandblusser van het Clubsport-pakket, en de GT4 is helemaal klaar voor de start.