Eerste test / Renault Talisman Grandtour: stijlvol

Concept

In het D-segment, dat van de grote gezinsberlines, kan een model niet zonder een breakafgeleide. Die koetswerkvarianten zijn momenteel namelijk goed voor 50 procent van de verkoop, een succes dat te verklaren is door de grotere polyvalentie van dergelijke modellen, maar ook door hun zeer elegante stijl, die uitgewerkt wordt tot in de details. Renault kon dus logischerwijs niet anders dan zijn recente Talisman afleiden als Grandtour.

Wat er verandert

Opvallend is dat het uiterlijk van de Talisman Grandtour even verzorgd is als dat van de berline. Zijn gelikte stijl wordt gekenmerkt door een horizontale daklijn en door gespierde achtervleugels, die uitlopen in een wijd opengaande achterklep en een lage laaddrempel. Door zijn grotere achteroverhang is de Grandtour 16 millimeter langer dan de berline. Zijn totale koetswerklengte bedraagt dus 4,87 meter, wat 1 centimeter meer is dan de Skoda Superb Combi. De belangrijkste troef van dit model is uiteraard zijn koffer, die ruim en makkelijk toegankelijk is, maar toch een beetje teleurstelt in vergelijking met de afmetingen van het model. Het volume varieert namelijk van 572 liter (inclusief het bergvak onder de laadvloer) tot 1.610 liter, wat een pak minder is dan het koffervolume van een Superb Combi (660 - 1.950 liter). Maar de Talisman scoort dan weer punten op het vlak van moduleerbaarheid: zijn laaddrempel is laag en vlak, terwijl de bodem in de hoogte verstelbaar is om een bijna perfect vlakke laadvloer te creëren. Afhankelijk van de afwerking kan de Grandtour ook uitgerust worden met een gemotoriseerde achterklep, die automatisch geopend kan worden met een voetbeweging onder de bumper. Een achterruit die afzonderlijk van de achterklep geopend kan worden, is echter niet van de partij.

Hoe rijdt hij?

Vanzelfsprekend neemt de Grandtour de technische basis van de berline over, zowel wat het chassis als wat de motoren betreft. Afhankelijk van het afwerkingsniveau kun je dus beschikken over een adaptieve ophanging, maar ook over de Multi-Sense-interface, waarmee verschillende rijparameters ingesteld kunnen worden. Voor 1.500 euro extra is ook de vierwielsturing 4Control verkrijgbaar – zelfs op de kleine dCi met 110 pk. Maar volgens Renault zal de krachtige dCi 130 het best in de smaak vallen bij het publiek.

Tijdens deze eerste test hebben we enkel kunnen kennismaken met de 1.6 dCi met dubbele drukvoeding van 160 pk en de 1.6 TCe met 150 pk, beide gekoppeld aan een gerobotiseerde versnellingsbak. Vreemd genoeg wist de TCe op benzine ons het meest te overtuigen: die toonde zich voldoende krachtig. In tegenstelling tot de dCi 160, die een beetje ontgoochelde door zijn gebrek aan koppel en vermogen om de 1,7 ton van onze (weliswaar rijkelijk uitgeruste) Grandtour Initiale Paris aan te drijven. Het chassis is met 4Control precies, maar we merken nog altijd een te slappe schokdemping op, waardoor op een golvend wegdek ongecontroleerde koetswerk- en wielbewegingen de kop opsteken. Bij de modellen met de adaptieve ophanging geniet de Sport-modus onze voorkeur; daarmee worden de ongemakken ietwat beperkt zonder het comfort in het gedrang te brengen.

Budget & uitrusting

De instapversie van de Talisman Grandtour met een 1.5 dCi met 110 pk heeft een prijskaartje van 27.350 euro. Een interessante prijs, behalve dan dat de break in zijn basisversie maar op een beperkte uitrusting kan rekenen. Je kunt je dus maar beter tot het tweede niveau wenden (Zen, 29.350 euro). Dat gaat samen met TomTom-navigatie, een capacitief aanraakscherm (wel het kleinste en horizontaal), een handsfree instap- en startsysteem, de Multi-Sense-interface en achteruitrijcamera's.

Concurrenten

De concurrentie is uiteraard groot in de sector. Er is dus een overvloed aan keuze, met in de eerste plaats de Ford Mondeo, de Volkswagen Passat, de Skoda Superb, de Opel Insignia of de Peugeot 508.

Ons verdict

De Grandtour-versie van de Talisman is voornamelijk praktischer en boet daarbij niet in aan elegantie of rijcomfort. Hij zal dus vooral in de smaak vallen bij dat deel van het cliënteel dat zich interesseert voor dit koetswerktype en dat zowel op zoek is naar plezier als polyvalentie. Rest enkel nog dat de dCi 160 ons ontgoochelde door zijn gebrek aan spierkracht. Dus Renault, misschien toch maar een tweeliter overwegen?