Al van bij zijn lancering bleek een vrij grote eensgezindheid over het feit dat de Auris een erg matig afgewerkt dashboard heeft, stug opgehangen is en veel rol- en stroomlijngeluiden produceert. Ook de plaatsing van de handremgreep bleek een bron van frustratie en de meeste mensen vinden de Auris een saaie auto om naar te kijken. Het resultaat is dat de Europese versie van ex-wereldauto Auris een aantal specifieke aanpassingen heeft ondergaan. Het dashboard is voortaan bekleed met zachte en veel minder krasgevoelige materialen. De handremhendel is voortaan veel lager ingeplant, zodat je niet langer je schouder hoeft te ontwrichten om veilig op een helling te kunnen parkeren.
Op de weg valt vooral de vooruitgang op het vlak van comfort op. De demping van de rolgeluiden leek een pak efficiënter dan vóór de make-over. Ook de filtering van de ophanging is nu oneindig veel beter, wat te danken is aan slapper afgestelde schokdempers. Bij alle versies is dankzij onder andere een intelligente alternator en banden met een lage rolweerstand de CO2-uitstoot gedaald, maar helaas komt geen enkele motor onder de grens van 115 g/km, zodat de Auris in ons land eventuele overheidsstimulansen net misloopt. Daar komt echter verandering in vanaf deze zomer, met de Auris HSD (Hybrid Synergy Drive), die de hybride aandrijflijn van de Prius onder de kap krijgt.
Bij Toyota gelooft men sterk in de commerciële slaagkansen van de gefacelifte Auris. Door deemoedig te aanvaarden en toe te geven dat er bij zijn lancering nog te veel ruimte was voor verbetering, en door de grootste problemen aan te pakken hopen de Japanners nu op wat meer enthousiasme van de Europese klant, vooral dan voor de hybride versie die er deze zomer aankomt.
In dit artikel : Toyota, Toyota Auris