Eerste test / Volkswagen Golf GTI

Als pionier van het genre moest VW wel trouw blijven aan de GTI-trend, die het merk in 1976 zelf heeft gecreëerd. Op het menu staat de befaamde 2.0 TFSI-motor met directe injectie die door zijn voorganger werd ingewijd, maar die hier 210 pk sterk is, maar vooral een… dieselkoppel levert: 280 Nm vanaf 1.700 o/m (tegenover 140 Nm vanaf 5.000 o/m voor het model van 35 jaar geleden). De motor blaakt van gezondheid en wordt bijgestaan door een handgeschakelde zesversnellingsbak, die als optie kan worden vervangen door de gerobotiseerde variant DSG (eveneens met zes verhoudingen).

Als ze ons niet hadden gezegd dat het om een klassieke voorwielaandrijver ging, hadden we ons vanaf de eerste snelle bochten aan het stuur van een vierwielaandrijver met actief achterdifferentieel gewaand, zo eentje dat gierkoppel kan creëren. Behalve bij onaangename verrassingen of flagrante inschattingsfouten komt het ESP, dat overigens niet volledig uitschakelbaar is, het rijplezier nooit verpesten. Dat speelse en efficiënte weggedrag is toe te schrijven aan het voorste differentieel dat wordt aangestuurd door een meer geavanceerde elektronica. Zonder in detail te treden kunnen we melden dat het systeem met meer parameters rekening houdt dan vroeger om het binnenste wiel vroeger af te remmen en zo een gierkoppel te creëren dat de wagen helpt in de bochten. Die fijne sturing van de elektronica blijkt dus erg efficiënt, vooral als ze, zoals in het geval van de testwagens, gecombineerd wordt met de gestuurde ophanging met variabele schokdempers.

Deze nieuwe Golf GTI bestendigt de zachte evolutie die het model generatie na generatie heeft doorgemaakt. Hij wordt steeds efficiënter, toegeeflijker en gemakkelijker om mee te leven dankzij een vrij opmerkelijke evolutie van zijn chassis, dat hem een onmiskenbaar rijplezier verschaft.