Eerste test / Volvo S90 en V90 2017: op veroveringstocht

De Volvo S80 en V70 lopen al een tijdje op hun laatste benen en worden nu tegelijk vervangen door de in Detroit (S90) en Genève (V90) voorgestelde topmodellen van de Zweedse constructeur. Beide zijn nauw verwant met de vorig jaar gelanceerde XC90, de eerste van een totaal nieuwe generatie gebaseerd op Volvo ’s grote platform (SPA voor Scalable Product Architecture) waarop zowel de 90-reeks als de komende 60-reeks zal geënt zijn. De Zweden brengen nu tegelijkertijd berline en break op de markt, maar nog niet alle versies. Op de plug-in hybrid T8 en de nog wat robuuster ogende cross country (enkel V90) is het nog wachten tot eind van het jaar.

Het concept

Volvo wil ook in het segment van de reiswagens nadrukkelijker aanwezig zijn en na het succes van de XC90 (al meer dan 100.000 exemplaren verkocht) heeft het goede hoop dat het met de S90 en vooral de V90 zal kunnen scoren, ook (en vooral misschien wat de laatste betreft) op de fleetmarkt. Net zoals de voorganger is de auto van huis uit voorwielaangedreven, maar technisch gezien is vierwielaandrijving mogelijk op alle modellen, het hangt van de verschillende markten (en hun modellenpolitiek) af welke motorversies kunnen verkregen worden met aandrijving op alle wielen. In ons land zullen in de S90 de T6- en D5-topmodellen (en later uiteraard ook de hybride T8) altijd vierwielaangedreven zijn, standaard gekoppeld aan de achttraps automaat (Aisin Warner). De V90 heeft bij ons haast altijd vierwielaandrijving, met uitzondering van het instapmodel en de benzine-T5. Deze laatste is alleen als voorwielaandrijver te krijgen.

Wat is nieuw?

Zowat alles. Het model rust dus op het recente SPA-platform en heeft verschillende exemplaren van Volvo’s nieuwe motorenfamilie in het vooronder. Voorin overdwars zitten enkel viercilinders, zowel in benzine- als in dieselvorm. Aan benzinezijde kan je kiezen tussen 254 (T5) en 320 pk (T6), later komt daar nog de van twee motoren voorziene plug-in hybrid T8 bij (407 pk gecombineerd vermogen). Bij de diesels heb je de keuze tussen 150 (D3), 190 (D4) en 235 pk (D5). Deze laatste heeft een primeur die door Volvo PowerPulse wordt genoemd en voor het eerst wordt gebruikt in personenwagens. Een vatje met zo’n 2 liter door een kleine compressor samengeperste lucht (12 bar) blaast een deel daarvan in het EGR-uitlaatcircuit als de bestuurder daar (door het intrappen van het gaspedaal) om vraagt. Op die manier wordt de reageertijd van de turbolading geminimaliseerd.

Hoe rijdt hij?

Eerst en vooral zeggen dat de nieuwe grote Volvo ook binnenin ruim is en een aangename aankleding heeft, zeker met lichter getinte stoelen (die zeer goed zitten) en het ongelakt hout. Het interieurdesign vertoont dezelfde inspiratie als dat van de XC90. Tijdens deze eerste kennismaking konden we rijden met de T6 en de D5 (beiden vierwielaangedreven dus). Wij zijn niet altijd voorstander van een diesel, maar in dit geval verkiezen we de soepele, krachtige, koppelrijke en (binnen) erg geruisloze D5 boven de nogal schril klinkende en nerveuzere viercilinder op benzine. De wegligging is meer dan behoorlijk en ondanks het feit dat onze auto’s op 20-duims velgen reden waren we onder de indruk van het comfort in het algemeen en het veercomfort in het bijzonder. De Volvo is ook een veilige auto, voorzien van vele gekende rijhulpsystemen, maar zijn Pilot-systeem (automatisch binnen de rijstrook blijven) vonden we nog wat te aarzelend en konden we een paar keer op een foutje betrappen. Binnenin zijn er weinig bedieningsknoppen, alles is geconcentreerd op een centraal scherm bijna ter grootte van een i-pad, maar de bediening ervan kan volgens ons eenvoudiger.

Wat kost hij?

Voor de instapversies is Volvo (net) onder de 40.000 euro gebleven. Een S90 D3 in basisuitvoering Kinetic moet 37.850 kosten, terwijl een basis-V90 (ook met handgeschakelde zesbak en voorwielaandrijving) op 39.950 komt. Voor grotere motoren en luxueuzere uitvoeringen (boven Kinetic is er Momentum en daarboven Inscription als topuitvoering) gaat de prijs uiteraard de hoogte in, in afwachting van de T8 betaal je op dit ogenblik het meeste voor een T6 Inscription (met automaat Geartronic en vierwielaandrijving), 63.400 euro voor een S90 en 65.500 voor een V90. Bij de diesels is de D5 met Geartronic en AWD als Inscription de duurste, 59.100 als S90 en 61.200 als V90.

Wie zijn de concurrenten?

Het spreekt voor zich dat deze Volvo een Scandinavisch alternatief wil zijn voor de premium resiberlines van de grote drie, namelijk de Audi A6, de BMW 5 en de Mercedes E. De ruime en mooi gelijnde break zou toch zeker in de fleetsector enige potten moeten kunnen breken. Net als Jaguar met zijn XF gaat Volvo misschien niet frontaal de confrontatie aan met vernoemde grote drie, maar tracht het een alternatief te bieden voor wie eens wat anders wil. Bij de Engelsen is dat eerder sportiviteit en Britse charme, bij de Volvo is het meer Scandinavische cool en een uitgepuurd design, maar ook veel veiligheid. Andere concurrenten in dit segment zijn de Infiniti Q70 en in mindere mate de Lexus GS (geen diesel beschikbaar), terwijl we ook de Maserati Ghibli niet mogen vergeten.

ONS VERDICT

Met de dubbele lancering van zowel de S90 berline als de V90 break zet de Zweedse constructeur zich weer veel duidelijker op de kaart in de categorie van de grote reisberlines. Zijn troeven zijn een uitgepuurd design, zowel binnen als buiten, een uitstekende dieselmotor, een goede wegligging, een ruim interieur en behoorlijk wat comfort en  veiligheid. De viercilinder benzinemotor mist wat finesse om zich met de (doorgaans) zescilinders van de concurrentie te kunnen meten. Enkele knoppen voor de hoofdmenu’s zouden de bediening ook een stuk eenvoudiger kunnen maken. Tot slot vinden we dat de S90 aan de achterzijde wat zwaar oogt, maar beide auto’s zijn voor het overige aangename nieuwe verschijningen op onze wegen.