In het kort
-
Techniek
De atmosferische 1.2 moest plaatsmaken voor de varianten met 60 en 75 pk van de 1.0-driecilinder uit de Up; de 1.2 TSI blijft voorlopig nog even op post in twee vermogensversies, die allebei een handvol paarden winnen en nu 90 pk of - zoals hier - 110 pk ontwikkelen. Het koppel van 175 Nm van deze versie bleef ongewijzigd, al staat het wel een tikkeltje vroeger ter beschikking, zodat de motor geen moeite heeft met de spreiding van de zesbak, die gericht is op een lager verbruik.
-
Wegligging
De in 2009 gelanceerde Polo V deelt zijn platform met de Audi A1 en Seat Ibiza. De faceliftversie is niet alleen verkrijgbaar met een met 15 millimeter verlaagd sportchassis, maar zelfs met gestuurde schokdempers (Sport Select). De grote nieuwigheid zit hem hier echter in de stuurbekrachtiging, die voortaan elektromechanisch is (behalve op de BlueGT met cilinderuitschakeling; die houdt het elektrohydraulisch). Op de 1.0 van 60 en 75 pk na hebben alle Polo's voortaan vier schijfremmen.
-
Veiligheid
De automatische noodremfunctie in de stad en de Antimulticrashfunctie van het Front Assist zijn samen met de bandendrukcontrole standaard op alle Polo's, en de Sportline en BlueGT voegen daar nog een vermoeidheidsdetector aan toe. Die laatste verzoekt de bestuurder een pauze in te lassen zodra zijn concentratie verslapt en hij sterk begint af te wijken van eerder vertoond gedrag. In 2009 kreeg de Polo V van EuroNCAP de maximale vijf sterren en hoge scores voor elke subcategorie.
-
Comfort
Een degelijke binnenruimte voor vier volwassenen, goed steunende stoelen (sportstoelen in onze Sportline) en een geluiddemping, klimaatregeling en ophangingscomfort van goed allooi: het zijn stuk voor stuk kwaliteiten die van de Polo een referentie binnen zijn categorie maken. De achterbank moet het zonder centrale armsteun stellen, maar voorin is die in onze Sportline wel standaard, net als een derde bekerhouder achterin. Vanaf de Comfortline krijgt de Polo een airco mee.
-
Praktische kant
Alle Polo's zijn voorzien van een dubbele laadvloer, waarmee je ofwel het laadvolume in vijfzitsconfiguratie kunt uitbreiden (in de lage stand), ofwel een perfect vlakke laadvloer kunt creëren met neergeklapte achterbank (hoge stand). De onderkant van die zittingen is niet bekleed, zodat de schuimvulling zichtbaar is - een detail dat afbreuk doet aan de zo gelauwerde VW-kwaliteit. De Sportline heeft als enige lades onder de voorstoelen en drie bekerhouders.
-
Budget
De Polo 1.2 TSI Sportline kost 20.000 euro - een stevige prijs voor een veelzijdige stadsauto met een twaalfhonderdje. Zijn degelijke uitrusting ten spijt (vooral op veiligheidsvlak) is de VW daarmee een van de duurste in zijn categorie. Onze auto kostte minstens 2.500 euro meer dan een Citroën C3 1.6 VTI Exclusive of Peugeot 208 1.6 Allure, allebei met 120 pk. Voor dit geld heb je bij Audi een A1 Sportback 1.2 TFSI, met dezelfde motor maar dan met 86 pk en gekoppeld aan een vijfbak.
Voor een test met een auto die voorgesteld wordt als een echte nieuwigheid, terwijl zijn carrosserie in grote lijnen identiek is gebleven, staan we a priori nooit echt te trappelen. Maar dat is vergeten dat Volkswagen zo'n constructeur is die het niet nodig heeft om telkens van nul te herbeginnen om een model weer up-to-date te brengen, zoals de meeste andere massaconstructeurs dat wél doen. Kortom, de verpakking kennen we, zodat we ons helemaal kunnen concentreren op de nieuwe inhoud, die Volkswagen trouwens maar beetje bij beetje vrijgeeft. Naast het Front Assist, waarmee alle versies nu al zijn uitgerust, volgen de grootste nieuwigheden namelijk pas later dit jaar, met eerst de nieuwe 1.0 TSI en 1.4 TSI en daarna de speciale uitvoeringen.