Het tijdperk van de geniale ingenieurs die auto’s ontwikkelden zonder zich al te veel van de verpakking aan te trekken, lijkt bij de massaconstructeurs voorgoed voorbij. Naast de technische, mechanische, praktische en budgettaire elementen die tot op heden het bestek bepaalden, lijkt nu ook het design aan hernieuwd belang te winnen, vooral dan in de ‘lagere’ segmenten (A, B en C) van een automarkt die volop zoekt naar originaliteit.
Onder het voorwendsel van een nieuwe, algemene vormentaal lijken constructeurs oren te hebben naar een van de belangrijkste aankoopcriteria van het moment voor de automobilist, wat ook zijn achtergrond, sociale statuut of gewenste voertuig is: de x-factor. Met andere woorden die onvoorwaardelijke aantrekkingskracht tot de stijl van een voorwerp die maakt dat een consument een groot deel van zijn rationele denken aan de kant schuift, zodat hij met een licht gemoed een bestelbon tekent en… misschien iets minder op het budget let. De laatste nieuwkomer bij de compacte modellen, de Renault Clio van de vierde generatie, speelt handig deze emotionele troefkaart uit en breekt op die manier op zijn zachtst gezegd brutaal met zijn drie voorgangers. Die ommekeer voelden we al komen sinds Laurens van den Acker in 2009 werd aangesteld als designhoofd bij Renault. Maar terwijl bij deze constructeur duidelijk een omwenteling aan de gang is, hebben ook andere merken stevig op stijl ingezet.
Dat is met name het geval bij Kia, dat sinds 2006 op een ander designzwaargewicht rekent. Niemand minder dan de Duitser Peter Schreyer (de geestelijke vader van onder meer de eerste Audi TT) moet helpen om de Europese markt te verleiden en te veroveren, waar automobilisten veeleisender zouden zijn. Het geval van de jongste Rio is het meest frappant. Om een bijzonder grijs en anoniem ogend model te vervangen heeft Kia een berline ontworpen met uitstraling die de aandacht trekt, in die mate dat we hem niet konden negeren voor deze Zeskamp.
Bij Peugeot stond emotie centraal voor Gilles Vidal toen die de 208 tekende. Bij de overstap van de 207 naar de 208 zijn de proporties weliswaar niet sterk geëvolueerd, maar de veel frissere lijn trekt de aandacht en nodigt zelfs uit om aan de deurklink te trekken om zo een ietwat ‘apart’ interieur te ontdekken. Maar daar komen we nog op terug.
De Ford Fiesta mocht na zijn nosejob evenmin ontbreken. We hielden al van zijn originele look die schatplichtig is aan het bekende Kinetic Design, dat het merk de jongste jaren zo dierbaar is, maar voor 2013 is hij herwerkt tot een soort James Bond-auto, met zijn nieuwe, gapende radiatorrooster, dat erg Aston Martin-achtig overkomt. Maar in feite zien we hier vooral de identiteit van de toekomstige Mondeo, die al verkrijgbaar is in Amerika, maar bij ons waarschijnlijk niet voor 2014 op de markt komt.
Dan blijven nog de Citroën C3 en de Volkswagen Polo over, twee totaal tegenovergestelde interpretaties van het concept ‘veelzijdige stadsauto’ die we niet links konden laten liggen. De Fransman steekt met zijn vrolijke en bolle vormen sterk af tegen de klassieke en strakke stijl van de Duitser. Maar zonder die strenge blik was de Polo ongetwijfeld nooit een van de iconen van zijn segment geworden.
In dit artikel : Volkswagen, Volkswagen Polo , Citroën, Citroën C3 , KIA, KIA Rio , Peugeot, Peugeot 208 , Renault, Renault Clio , Ford, Ford Fiesta
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!