Vergelijkende test / BMW 420d Coupé A vs Mercedes C 220 d Coupé A : Meer dan mooie woorden?

Onder het fraaie koetswerk van deze twee schoonheden weet vooral de BMW 4-Reeks het principe van het ‘slapende beest’ te cultiveren. Hoewel hij bij hoge snelheden niet noodzakelijk de efficiëntere van de twee is, rijdt hij snediger en leuker, zelfs al kunnen we niet ontkennen dat hij sinds zijn mutatie van 3-Reeks naar 4-Reeks wat bezadigder voor de dag komt. Ook de C-Klasse Coupé evolueerde in die richting – meer nog zelfs dan de BMW. Hij positioneert zich dan ook als een GT, zoals zijn look van kleine S-Klasse Coupé al doet vermoeden. En dat is niet noodzakelijk een strategische fout, zeker niet als je vooral fleetklanten wilt aanspreken. Anderzijds valt die positionering moeilijk te rijmen met een dieselmotor die zich bij zware belasting sterk laat horen, noch met het krappe plaatsaanbod voor de achterpassagiers, met name wat de hoofdruimte betreft. De 4-Reeks profileert zich dan ook moeiteloos als de handigste van de twee, dankzij de regelmatig gevormde koffer en meer plaats achterin. Ook op motorvlak blijkt de tandem 20d-achttrapsautomaat superieur: de BMW zet betere prestaties neer zonder zich gulziger te tonen aan de pomp. Toch zijn we ook erg te spreken over de 2,1-liter en de 9G-Tronic in de Mercedes C 220 d Coupé – de nieuwe negentrapsautomaat blijkt alerter en minder ‘lui’ dan de 7G-Tronic die hij vervangt. En qua uitrusting, afwerking en aankleding moet de 4-Reeks net het onderspit delven tegenover de C-Klasse Coupé, die alles van een compacte S-Klasse heeft. Maar als we alle punten samentellen, wint de BMW 4-Reeks Coupé toch het pleit dankzij zijn homogenere karakter.