Eerste test / BMW iX3 : Op zeker gespeeld

Met Project i gaf BMW zijn Europese concurrenten in 2007 het nakijken. In een eerste fase bewees de Mini E dat elektrische auto’s ook plezant konden zijn, in een tweede deed de BMW ActiveE ons allemaal van een elektrische coupé met achterwielaandrijving dromen. Toch was het vooral fase drie die indruk maakte, met de eigenzinnige i3 die in 2013 op de markt kwam en een jaar later het gezelschap kreeg van de opvallende i8. Twee auto’s die elk op hun manier toonden dat een geëlektrificeerde toekomst niet per se saai hoeft te zijn, ook al vielen de verkoopcijfers finaal tegen en hield München het duo langer in productie dan strikt noodzakelijk was.

Anno 2020 liggen de kaarten helemaal anders. Niet alleen is het EV-aanbod de laatste jaren exponentieel toegenomen, zowel Audi als Mercedes hebben hun elektrische protagonisten al even in stelling, met respectievelijk de e-Tron en de EQ C. Twee cross-overs die handig inspelen op de SUV-gekte en terloops gebruikmaken van hun omvang om de batterijmassa te verbergen en de meerkost te verantwoorden. Het mag dan ook niet verbazen dat BMW als derde lid van de ‘Duitse Drie’ precies hetzelfde doet, al is er een belangrijk verschil tussen de iX3 en de rest: terwijl de twee concurrenten een specifiek EV-platform gebruiken dat niet met conventionele motoren rijmt, heeft BMW de X3 voorzien om met verschillende aandrijfvormen te werken. De populaire SUV is immers ook als M Performance en als plug-inhybride te krijgen. Of dat een voordeel dan wel een handicap oplevert, moet deze vroege test uitwijzen.