Detailtests / Audi RS 4 Avant : Meer S dan RS

Bij Audi staat de afkorting RS voor RennSport, een badge die dit najaar zijn 25e verjaardag viert. Een belangrijk moment voor het merk, dat net de transformatie heeft afgerond van zijn divisie Quattro naar Audi Sport, om zo de introductie van de S-, de RS- en de R-modellen efficiënter te doen verlopen en op die manier een beter zakenmodel uit te bouwen voor Audi’s sportieve tak. Want als we de Quattro en de Quattro Sport uit de jaren 80 even buiten beschouwing laten – die modellen waren tenslotte heel specifiek als homologatiemodel voor de rally uitgebracht – had Ingolstadt lange tijd niet echt wat met supersportieve modellen. In die mate zelfs dat toen Audi begin jaren negentig vond dat de tijd rijp was voor een sportief seriemodel, het ging aankloppen bij Porsche. Uit die samenwerking werd in 1993 de RS2 Avant geboren. 

In de decennia die volgden, is er (bijna) altijd wel een snelle break in het Audi-gamma geweest. Maar vandaag de dag is de RS 4 Avant er niet enkel meer om het imago van Audi te boosten door vervaarlijk met zijn spieren te rollen. Ook commercieel moet het plaatje kloppen – lees: het model moet rendabel zijn. Een visie die mee verklaart waarom deze nieuwste RS 4 wat meer het karakter van een allrounder kreeg, met het comfort en het raffinement dat je op dit prijsniveau wel mag verwachten.