Korte tests / Mercedes GLS 400 d - Das Beste oder Nichts?

Concept

Helemaal bovenaan in het SUV-gamma van Mercedes prijkt de GLS, de nog grotere broer van de GLE. Met zijn lengte van maar liefst 5,21 meter, zijn breedte van 2,03 meter een een leeggewicht van meer dan 2,5 ton mag het duidelijk zijn dat deze kolos in de eerste plaats bestemd is voor de interstates en de kaarsrechte avenues van de Verenigde Staten, waar een dergelijk formaat minder hinderlijk is dan bij ons – vooral die breedte blijkt op onze secundaire wegen een voortdurende bekommernis.

Binnenin biedt deze mastodont standaard zeven zitplaatsen. Voorin en op de achterbank heb je een zee aan ruimte; de twee zitjes in de koffer mikken eerder op kinderen. Die hoeven zich alvast niet moe te maken om in of uit te stappen, want de bank op de tweede rij klapt volledig elektrisch naar voren en – tergend langzaam – weer terug op haar plaats.

Naast erg groot is de GLS ook vooral erg luxueus. Hij doet er echt alles aan om zijn inzittenden in de watten te leggen. Neem nu de multicontourstoelen voorin met massage: niet zomaar wat luchtkussentjes die ritmisch opgeblazen en afgelaten worden, maar een volwaardige hot stone-massage, die niet alleen je rug en je schouders, maar ook je zitvlak onder handen neemt. De multicontourstoelen zelf bieden trouwens een uitzonderlijk goede steun.

Het is een van de onmisbare opties die ook inbegrepen zijn in het Premium Plus-pakket, zonder hetwelk de GLS de showroom eigenlijk niet zou mogen buitenrijden, aangezien dat pakket alle verwennerijen bundelt die je op dit prijsniveau mag verwachten (zoals een panoramisch open dak, een Burmester-audiosysteem of alle rijhulpsystemen). Kostprijs van dit pakket: een slordige 9.000 euro, maar dan is je GLS ook wel bijna compleet.

Rijgedrag

Naast twee imposante, maar schrikbarend dorstige – en dure – benzineversies telt het GLS-gamma nog twee varianten van Mercedes’ drieliter-diesel. De 286 pk en 600 Nm sterke 350 d schitterde eerder al tijdens onze wegtest, maar je hebt altijd baas boven baas: deze 400 d pakt uit met 330 pk en 700 Nm. Daarmee spurt hij op papier 7 tienden van een seconde sneller naar 100 (6,3 in plaats van 7 seconden)... maar in de praktijk zijn de omstandigheden waarin je die extra paarden en newtonmeters ten volle kunt aanspreken, bijzonder schaars. Het is met andere woorden louter een prestigedingetje.

In elk geval heeft deze zescilinder bakken charme. Met zijn monsterkoppel heeft hij altijd een enorme reserve achter de hand, zodat hij zich op een vleugje gas met het verkeer laat meedrijven. Maar zodra de weg vrij ligt en je het gaspedaal dieper kunt intrappen, trakteert hij je op tussensprintjes waaruit een gevoel van tomeloze kracht spreekt.

De zescilinder klinkt bovendien erg mooi – al is dat mogelijk de verdienste van het optionele systeem dat de motorklank artificieel kleurt via de speakers van de auto. Én hij wist ons aangenaam te verrassen aan de pomp: op ons parcours van voornamelijk snelweg, met de adaptieve cruisecontrol op 120 km/u, bleef het verbruik beperkt tot net geen 8 l/100 km. Probeer dat maar eens met de GLS 580 of AMG op benzine...

Mercedes zelf positioneert de GLS als ‘S-Klasse voor het terrein’, maar dat is toch met een korretje zout te nemen. Niet alleen omdat deze machtige SUV te chic is om door de modder te jagen, maar ook de vergelijking met de onvolprezen S-Klasse blijkt net wat te hoog gegrepen. Daarvoor laten de luchtveren ofwel te veel koetswerkbewegingen toe (in Comfort) of filteren ze net niet voldoende bij lage snelheden (in Sport). Maar dan zijn we ook echt wel streng...

Ons verdict

Zijn de 44 pk en 100 Nm die de GLS 400 d voor heeft op de 350 d, werkelijk onmisbaar? Natuurlijk niet. Rationeel gezien is er dan ook maar weinig reden om er meer dan 4.000 euro voor bij te betalen. Maar op dit gammaniveau draait alles om prestige en uitstraling, en dan mag je geen genoeg nemen met minder dan de top.