Test Test 2022 facelift Seat Arona 1.0 TSI 110

8 foto's

Prijs

Concept

Ook in het B-segment, dat van de stadsauto’s, nemen SUV’s het over van de klassieke modellen. Zo is bij Seat het duo Ibiza en Arona in ons land goed voor zo’n 40 procent van de verkoop, maar neemt de stads-SUV, die nochtans pas op de markt is sinds in 2017, op zijn eentje 27 procent voor zijn rekening. Ook bij andere merken doen de hoger op hun poten staande modellen onderaan in het gamma het goed. Om zijn kleinste SUV (4.153 millimeter) competitief te houden gaf de constructeur uit Martorell hem dan ook een lichte facelift.

Aan de buitenkant is de vernieuwde Arona te herkennen aan zijn hertekende grille en voorbumper, en dan zeker met de nieuwe mistlichten, die nu een prominentere plaats opeisen en het model wat meer street credibility moeten geven. De koplampen maken voortaan altijd gebruik van ledtechnologie (voordien optioneel). Achteraan zijn de spoiler en het diffusorelement in de bumper nieuw, maar valt misschien nog het meest het nieuwe, ‘handgeschreven’ lettertype voor de modelnaam in het midden van de achterklep op. Ook het merklogo kreeg een andere behandeling, maar je moet al heel goed kijken om dat te zien. Ten slotte deden nieuwe velgdesigns hun intrede, maar dat is het zowat qua exterieur.

Binnenin springt de facelift meer in het oog, met een verbeterde kwaliteitsindruk, een onderaan afgeplat stuur en een hertekend dashboard dat nu bekleed is met een zachter materiaal. De buitenste ventilatieroosters werden rond in plaats van rechthoekig, en kunnen voorzien worden van een gekleurd biesje en indien gewenst zelfs van verlichting. De middelste ventilatieroosters behielden ongeveer hun rechthoekige vorm, maar wisselden van plaats met het centrale scherm. Dat is nu zwevend gemonteerd, maar bevindt zich vooral veel meer op ooghoogte, waardoor je je blik minder lang van de weg moet houden.

Achter dat touchscreen van nu 8,25 of als optie 9,2 duim (dat overigens bijzonder goed reageert op aanraking) schuilt een opgewaardeerd infotainmentsysteem, waarmee je ook mondeling kunt communiceren door eerst de woorden Hola Hola (Spaans voor hallo) uit te spreken. Apple CarPlay en Android Auto zijn draadloos beschikbaar en via de Seat Connect-app beschik je over de tegenwoordig gebruikelijke onlinediensten (verkeersinfo, benzinestations, enzovoort) en functies op afstand via je gsm (rijgegevens, parkeerlocatie, claxonneren of knipperen met de lichten om de auto makkelijker terug te vinden, enzovoort). De instrumenten worden digitaal weergegeven en je kunt er ook de navigatiekaart op tevoorschijn toveren, maar dat was voor de facelift ook al het geval. Ten slotte kreeg de Arona nieuwe of verbeterde veiligheidstechnologieën (verkeersbordherkening, automatische grote lichten, Travel Assist, ...) waardoor nu ook semiautonoom rijden tot de mogelijkheden behoort.

Weggedrag

Onderhuids bleef alles bij het oude. De Seat Arona beperkt zich dus nog steeds tot voorwielaandrijving en het motorgamma bestaat uit een 1.0 TSI met 95 of 110 pk, diezelfde driecilinder op aardgas (1.0 TGI, 90 pk) en de vierpitter 1.5 TSI (150 pk). Nog geen spoor van microhybride ondersteuning op 48 volt zoals bij heel wat rivalen, maar de 1.5 kan wel nog altijd rekenen op cilinderuitschakeling in de Eco-rijmodus. Een TDI is er niet meer bij, maar die was eerder al stilletjes uit het gamma verdwenen. En een Cupra-afgeleide zou er ondanks de geruchten in de wandelgangen dan toch niet komen.

We konden de opgefriste Seat Arona testen met de 1.0 TSI 110 onder de kap, gekoppeld aan de gerobotiseerde zevenversnellingsbak met dubbele koppeling die alleen hier een optie is – de 1.5 is er standaard mee uitgerust en de TSI 95 en de TGI hebben enkel recht op een manuele bak, met respectievelijk vijf en zes verhoudingen. Deze driepitter zit de Arona nog altijd als gegoten. Zoals de meeste van zijn soortgenoten komt hij erg soepel voor de dag en terwijl Seat 10,8 seconden opgeeft voor het sprintje van 0 tot 100 km/u (10,6 voor de manuele versie), volstaan de prestaties in real life ruimschoots.

Op de samenwerking met de DSG-zevenbak valt evenzeer weinig aan te merken. Tenzij misschien bij het vertrekken vanuit stilstand: om te voorkomen dat je een onaangename schok te verwerken krijgt wanneer je het gaspedaal wat dieper intrapt om bijvoorbeeld snel een kruispunt vrij te maken, of dat de wielen gaan spinnen, schiet de Arona zeker in de rijmodus Eco of Normal (minder in Sport) in eerste instantie vrij loom uit de startblokken. Iets om rekening mee te houden wanneer je nog snel die aanstormende vrachtwagen voor wil zijn. Eenmaal in beweging is de Seat Arona 1.0 TSI 110 zoals gezegd echter een vlotte rakker.

Ook de wegligging roept niet meteen kritiek op. Dat de Seat Arona wat hoger van de grond staat dan de Ibiza waarop hij gebaseerd is, laat zich niet voelen. De reacties zijn voorspelbaar en gezond, zoals je dat verwacht van dit type auto. Onze testauto was een Xperience (een nieuw uitrustingsniveau dat de vroegere Xcellence vervangt) en gaf ook blijk van een correct, zij het niet zijdezacht rijcomfort. Tijdens onze (korte) testrit vermeldde de boordcomputer een gemiddeld verbruik van 6,5 l/100 km op. Niet slecht, aangezien het WLTP-normverbruik 5,8 tot 6,4 l/100 km bedraagt (goed voor een CO2-normuitstoot van 132 tot 145 g/km). Ter info: voor de manuele versie is dat 5,2 tot 5,9 l/100 km (ofte 118 tot 133 g/km).

Verdict

De facelift van de Seat Arona maakt het model enkele honderden euro’s duurder (de catalogusprijs van de 1.0 TSI 95 in de absolute instapversie Reference gaat van 17.850 naar 18.800 euro, de geteste 1.0 TSI 110 kost in zijn basisuitvoering Style nu minstens 22.420 euro), maar vooral op het vlak van technologie krijg je daar wel wat voor in de plaats. Bovendien prijst hij zich daarmee zeker niet uit de markt, terwijl hij zijn kwaliteiten (een gezond weggedrag, correcte prestaties voor een redelijk verbruik, een functioneel interieur, enzovoort) behoudt. Het ziet er dus naar uit dat de kleine Spanjaard het verdere verloop van zijn carrière vol zelfvertrouwen tegemoet zal kunnen zien.