De Jaguar F-Type gaat al mee sinds 2013, maar gaat binnenkort met pensioen. Deze bloedmooie coupé en cabrio kregen voor het modeljaar 2020 nog een facelift, die een scherpere blik combineerde met een aangepast onderstel, een opgewaardeerd motorenpalet en een opgefrist interieur. Designgewijs tekenden vooral de (led)lichten voor de vernieuwing, met rankere koplampen en dito achterlichten. Binnenin was het daarentegen zoeken naar de verschillen. De enige nieuwigheden hier waren een digitale instrumentencluster van 12,3 duim met meerdere weergavemogelijkheden en bijkomende connectiviteitsdiensten.
Het belangrijkste nieuws onder de lange motorkap was het verdwijnen van de V6, die nochtans een heerlijk compromis vormde. Rest nu de keuze tussen een tweeliter-viercilinder ofwel meteen een vijfliter-V8. De P300-vierpitter (met dus 300 pk) is er enkel als achterwielaandrijver, de V8 (450 pk of 575 pk in de R) bestaat ook als vierwielaandrijver. Een uitstekende achttrapsautomaat is voor alle F-Types standaard. Zowel de coupé als roadster is echter een zwaargewicht, waardoor wie op zoek is naar pure sensaties, aangewezen is op de V8-versies. Temeer omdat die geleverd worden met een actief differentieel dat een perfecte tandem vormt met de meerschijvenkoppeling.
De knappe F-Type is in de eerste plaats een schitterende GT, waarin dagelijkse bruikbaarheid en comfort hand in hand gaan met sportieve ambities – de aanpassingen voor 2020 hebben het onderstel nóg competenter gemaakt. De V8 is de leukste, maar fiscaal een aderlating. Vandaar dat de tweeliter van de P300 zeker niet te versmaden is.
