Goede vrienden kochten vorig jaar een Citroën Berlingo Multispace en ik heb hen nog altijd even graag. Het ding ziet er niet uit en rijdt als een hok op vier wielen, maar een kroostrijk gezin met jonge bengels kan zich moeilijk een beter vervoermiddel wensen. Drie volwaardige zitplaatsen achterin, zodat je niet aan het goochelen hoeft met die logge kinderstoelen, en een koffer waaraan de gemiddelde SUV enkel een puntje kan zuigen. Allemaal voor een spotprijsje. Met een beetje goede wil zou je de Berlingo zelfs de 2CV van de 21e eeuw kunnen noemen, weliswaar met een grote achterklep in de plaats van een stoffen roldak. Ik ben geen fan, maar begrijp wel waarom die bestelbreaks zo’n trouwe schare aan volgelingen verzameld hebben. Vooral aan de schoolpoort.
Met een beetje goede wil zou je de Berlingo de 2CV van de 21e eeuw kunnen noemen.
Begin dit jaar hebben die goede vrienden de restwaarde van hun heilige koe in één klap zien toenemen. Stellantis, dat naast Citroën ook Opel en Peugeot in de merkenportefeuille heeft zitten, heeft namelijk besloten om hun nochtans populaire bestelbreaks niet langer aan te bieden met verbrandingsmotoren. Wil je een Berlingo, of een technisch identieke Combo Life of Rifter, dan moet je de elektrische variant kiezen. Een ecologisch statement waarmee de autogroep wil benadrukken helemaal mee te zijn met de versnelde EV-transitie. Al draait het in de eerste plaats om geld: Stellantis wil ontsnappen aan de hoge CO2-boetes waarmee Europa zwaait, en de bestelbreaks zijn de kinderen van de rekening. Hun hoge bouw en technisch eenvoudige opzet vloeken nu eenmaal met lage emissiewaarden. En ze verkopen dan wel als zoete broodjes, maar de winstmarges blijven beperkt.
Toyota Berlingo?
Kortom, Stellantis duwt die kopers het liefst in een duurdere, en als het even kan, 100 procent elektrische wagen. Voor de goede orde: een Berlingo 1.2 PureTech 110 kostte ongeveer 21.500 euro, de nauwelijks krachtiger ë-Berlingo staat pas vanaf 38.000 euro in de prijslijst. Wat ben je met de lagere total cost of ownership van een elektrische auto, als de meeste mensen die in deze klasse shoppen, zulke bedragen niet kunnen of willen betalen? Hun zuurverdiende geld geven ze liever aan een leuke vakantie – en waar raak je trouwens al met een elektrische Berlingo?
Het verschil tussen een particulier gekochte vierwieler en een salariswagen was nooit groter. Of hoe autobezit opnieuw iets voor de gegoede klasse dreigt te worden, een groep die optimaal profiteert van de fiscale tegemoetkomingen die de lokale overheden installeren om Europa zo snel mogelijk ter wille te zijn. Een collega trok parallellen met de steeds duurdere energieprijzen, die dezelfde mensen het eerst treffen. Want bij wie liggen die kapot gesubsidieerde zonnepanelen nu ook alweer? Wordt het groene verhaal een asociaal verhaal?
Wordt het groene verhaal een asociaal verhaal?
Nu goed, elke overgangsfase vraagt opofferingen. Europa moet vooruit in een poging om de steeds gekkere bokkensprongen van het klimaat te bedwingen. En hoe groter de afzetmarkt, hoe minder duur de producten. Die elektrische wagens zullen ook wel voor de particulier betaalbaar worden, terwijl de laadinfrastructuur razendsnel uitbreidt. Bovenal doet Stellantis het vooral zichzelf aan. Maak de vergelijking met Toyota, dat nu beloond wordt voor de grotendeels hybride vloot die het de afgelopen decennia uitbouwde. Het Japanse merk ontwijkt de CO2-toorn van Europa en blijft zijn bestelbreak – nota bene ook een kloon van de Berlingo – gewoon mét verbrandingsmotor verkopen. De Japanners moeten alleen dringend een nieuwe naam verzinnen, want Proace City Verso, dat krijgen de moeders en vaders aan de schoolpoort niet gezegd.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!