Autosalon Frankfurt 2019 / Mercedes GLE Coupé: Theorie van evolutie

Zoals wel vaker bij die Duitse premiummerken, moet je twee keer kijken om te zien of het wel om een nieuwe auto en geen faceliftje gaat. En dan nog. In profiel lijkt deze GLE Coupé editie 2020 beslist weer een doorslagje van zijn voorganger, de snoet en het achterwerk zijn daarentegen wel helemaal nieuw.

Beetje groter

De designers legden sterkere accenten op zowel de elegantie als de sportiviteit, horen we in Duitsland. Het eerste klopt wel voor de eerder sober gelijnde achterkant van de auto, het tweede geldt dan weer vooral voor de stoere voorkant. Het radiatorrooster is een pak groter geworden, de ‘open’ bumper eronder oogt zelfs behoorlijk agressief. Wat we, voor alle duidelijkheid, bij deze categorie auto’s niet per se als een minpunt zien. Je koopt ze nu eenmaal vooral omwille van dat soort looks. Enkele cijfertjes: met 4.939 millimeter is de GLE Coupé 3,9 millimeter langer dan de vorige generatie, hij werd ook 7 millimeter breder. De wielbasis nam met 20 millimeter toe, deze sportiever ogende variant is wel nog altijd 60 millimeter korter dan de GLE waarmee hij zowat alle technische fundamenten deelt. Ook nog straf, de aerodynamische waarden zijn met zo’n 9% verbeterd.

Vanbinnen

Weinig of geen verschillen tussen de GLE en GLE Coupé in het interieur. Alweer heel logisch, het gaat in wezen om dezelfde auto. Ook de sportievere telg van de familie komt dus met het 31,2 centimeter brede scherm en, al dan niet mits betaling van supplementen, met de vele comfort- en MBUX-infotainmentsnufjes die we van van de andere grote Mercedessen kennen. Sommige zijn zelfs nog uniek voor de GLE-modellen en komen pas later in de S-Klasse terecht. En toch apart voor de Coupé, de bekleding van de bovenkant van het dashboard wordt verondersteld wat sportiever te ogen. De sportstoelen met iets meer zijdelingse steun en een stuurwiel met Nappa-leder zijn standaard. En is ook nog wat meer keuze voor de kleuren van de deurpanelen. De zit- en kofferruimte mag dan nog altijd minder groot zijn dan in de GLE, er is wel meer plaats dan in de vorige Coupé. Het laadvolume varieert nu van 655 tot een, met neergeklapte achterbank, zonder meer indrukwekkende 1.790 liter.

Diesel of diesel

Mercedes zegt dat een mogelijke (plug-in)hybride variant nog wordt bestudeerd, we hoeven er natuurlijk niet aan te twijfelen dat die er ook zal komen. Ondertussen zijn er, op de AMG (zie apart kadertje) na, voor de Europese lancering begin 2020 alleen dieselmotoren voorzien. Wat qua statement van een Duitse constructeur toch weer kan tellen. Het gaat om twee varianten van de knappe 3 liter-zescilinder, 272 pk en 600 Nm sterk in de 350 d en goed voor 330 pk en 700 Nm in de 400 d. De constructeur belooft voor beide wagens een NEDC-normverbruik tussen de 7,5 en 8 liter per 100 kilometer. De 4Matic-vierwielaanwielaandrijving met Torque on Demand is vanzelfsprekend standaard, dit zijn immers nog altijd echte SUV’s. In optie is er een luchtvering.

AMG 53

Van de elektrische EQV verwachten we nog niet meteen een AMG-variant, van de GLE Coupé komt die er natuurlijk wel. Meerdere allicht, maar er wordt begonnen met de 53 4Matic+. Die krijgt een 3 liter-zescilinder met twee turbo’s en een EQ-boost (met ‘lichte’ hybride functies) van 435 pk en 520 Nm, goed voor een 0 naar 100 km-spurtje in 5,3 seconden. Ook (standaard) voorzien zijn de Ride Control-luchtvering, de elektromechanische Active Ride Control-antirolstabilisatie en de adaptieve ophanging. De Dynamic Select telt zeven rijmodi, van Comfort over Sport tot Zand. Je herkent de AMG onder meer aan zijn rooster met 15 verticale lamellen en de evengoed specifieke AMG-velgen. Standaard 20 duim, maar 21 en zelfs 22 duim kan ook.