Is de elektrische auto te duur? Dat wordt dit type aandrijving toch vaak verweten. Het klopt dat elektrische auto’s lang veel duurder zijn geweest dan andere modellen. En dat is ook normaal: de lage vraag en de extreem hoge kost van een batterij leidde tot buitensporige tarieven. Maar de stijgende vraag heeft de prijzen gedrukt, en dan zeker die van batterijen, die bovendien veel performanter zijn dan vroeger. Vergelijk het gerust met de mobiele telefoon: 30 jaar geleden was die nog onbetaalbaar, vandaag is het een massaproduct. De elektrische auto ondergaat dezelfde ontwikkeling.
TCO
Bij een elektrische auto wordt vaak – ten onrechte – niet verder gekeken dan de aankoopprijs. Maar om de werkelijke kost te evalueren, moet je ook rekening houden met de verzekering, de belastingen, de herverkoopwaarde en de gebruikskosten doorheen de levensduur van de auto (banden, brandstof, onderhoud enzovoort). Dit staat gekend als TCO (Total Cost of Ownership) of de totale kost van het bezit van de auto. Een paar jaar geleden was ook die voor EV’s nog hoger, maar deze parameter is de voorbije jaren heel sterk gedaald. Dat komt enerzijds omdat deze modellen goedkoper zijn geworden, maar anderzijds ook omdat hun herverkoopwaarde snel begint te stijgen en omdat de onderhouds- en herstelkosten vaak veel minder hoog zijn dan voor een auto met verbrandingsmotor. Bovendien kost het laden (toch zeker thuis of op kantoor) ook minder dan benzine of diesel tanken…
Aankoopprijs
De aankoopprijs van elektrische auto’s blijft vandaag nog hoger dan voor bepaalde auto’s met verbrandingsmotor. Dat is normaal, maar het verschil krimpt. Vandaag vind je perfect een elektrische auto met een rijbereik vergelijkbaar met dat van een auto met verbrandingsmotor voor minder dan 40.000 euro inclusief btw. Neem bijvoorbeeld de Kia e-Niro, die al beschikbaar is vanaf 38.590 euro (btw inbegrepen). Die prijzen zullen verder blijven zakken naarmate de vraag toeneemt. Tussen de twee extremen (enkel op brandstof en puur elektrisch) zitten bovendien nog tussenoplossingen: hybride modellen. Die worden opgedeeld in twee categorieën: de zelfopladende en de plug-in hybrides. Beide opties zijn minder duur dan een puur elektrische auto maar hebben toch een paar voordelen. Zo helpt een zelfopladende hybride je dagelijkse brandstofverbruik te verlagen terwijl een plug-in hybride je elke dag een paar tiental kilometer puur elektrisch laat afleggen. Wie enkel korte trajecten rijdt, kan met die laatste zelfs de weg op zonder ooit een druppel brandstof te verbruiken.
Kostprijs van opladen
De prijs voor een laadbeurt van een auto hangt sterk af van waar je dat doet. De minst dure oplossing is thuis (0,25 tot 0,30 euro/kWh), maar bij snellaadpalen langs de snelweg kost het gevoelig meer. Wie dus klassiek thuis of op kantoor kan laden, zit met heel lage kosten, zelfs met een voertuig met een batterij van 60 kWh of meer. Daarmee leg je namelijk een 400 kilometer af voor 16 euro. Hetzelfde geldt voor de plug-in hybride. Sommige grote winkelketens (Delhaize of Ikea, om er maar een paar te noemen) bieden hun klanten trouwens gratis te gebruiken laadpalen aan. Ook dat kan helpen om het budget te drukken.
Onderhoud
Tot slot vergen elektrische auto’s ook veel minder onderhoud (en kosten ze dus ook op dit vlak minder). Een elektromotor moet nooit worden onderhouden, net zomin als de batterij, die gewoon moet worden gemonitord. Verder remt een EV grotendeels op zijn elektromotor(en), die op dat moment een generator word(t)(en). Dat betekent dus ook minder slijtage aan het remsysteem. Kortom, wie een elektrische auto koopt, zal niet duurder uitkomen dan wie een model met een verbrandingsmotor in huis haalt. Het overwegen waard.
Wilt u meer weten over elektrische auto’s? Volg deze link om alles te ontdekken.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!