Industrie en economie / Carlos Tavares is jaloers op Tesla!

Terwijl Stellantis aan een min of meer snelle en radicale wereldwijde elektrificatiestrategie is begonnen van zijn 14 merken, blijft topman Carlos Tavares vasthouden aan zijn visie van de elektrische auto als enige oplossing op korte en middellange termijn. Daarnaast is de Portugese topman boos dat de Franse regering – onder leiding van president Emmanuel Macron en minister van Financiën Bruno Le Maire – zich in allerlei bochten wringt om Elon Musk te verwelkomen met het oog op de vestiging van een tweede Tesla-fabriek in Europa. Hij betreurt ook de afwachtende houding van de Franse en Europese autoriteiten tegenover de voortdurende invasie van Chinese constructeurs met goedkope elektrische modellen op de Europese markt.

Lees ook - Frans-Vlaanderen wordt belangrijke batterijproducent

Erfgoed van verbrandingsmotoren

Toen Bruno Le Maire de Stellantis-baas uitnodigde om meer patriottisme te tonen door een compacte elektrische auto in Frankrijk te produceren – naar het voorbeeld van Renault, waarvan de Franse staat aandeelhouder is – antwoordde Carlos Tavares dat het voor zijn groep niet gemakkelijk was om zo'n voertuig te bouwen in West-Europese landen door de hoge productiekosten. Tavares zei verder dat de constructeurs die geen geschiedenis met verbrandingsmotoren hebben (de nieuwe Chinese merken en Tesla, met andere woorden) tot nu toe een voorkeursbehandeling krijgen in vergelijking met bedrijven die meer hebben bijgedragen aan de rijkdom van West-Europa.

Complexe elektrificatie

Voor Carlos Tavares is de overschakeling naar elektrische wagens moeilijker, en een groter risico voor 'historische' constructeurs zoals de 14 merken van Stellantis, terwijl het geen – of veel minder – invloed heeft op de nieuwe Chinese fabrikanten of Tesla. Aangezien zij hun industriële model volledig rond elektrische auto's hebben opgebouwd, hebben ze niet te maken met de financiële en sociale problemen van een groot aantal bestaande fabrieken die gericht zijn op de productie van auto's met een verbrandingsmotor.

Afgezien van het technologische aspect en de kosten van grondstoffen voor bijvoorbeeld batterijen, blijkt de ombouw van 'thermische' fabrieken in 'elektrische' complexer te zijn dan het lijkt, wat leidt tot het verlies van duizenden jobs. Bovendien is het aanpassen van een bestaande fabriek duurder dan het bouwen van een nieuwe, die direct is geoptimaliseerd voor de specifieke behoeften van elektrische auto's. Ook dit heeft gevolgen voor de uiteindelijke productiekosten, wat dan weer een impact heeft op de uiteindelijke kostprijs van een wagen.

Kostenoptimalisatie

Terwijl Tesla rechtstreeks een fabriek kan bouwen waar de voertuigen worden geassembleerd en de batterijcellen worden geproduceerd – een Gigafactory, zoals die in Berlijn – gebruiken sommige Chinese constructeurs zoals BYD een 'verticale' strategie door hun batterijen en elektronische componenten zelf te produceren. Dit biedt enorme schaal- en productiekostenvoordelen en maakt daarom een agressievere aanpak mogelijk qua aanschafprijzen voor compacte elektrische modellen.

Lees ook - BYD wil batterijen produceren in Europa

Belastingklimaat

Stellantis overweegt momenteel om de productie van kleine modellen zoals de Opel Corsa en Peugeot e-208 in Spanje te verhogen, ondanks verzoeken van Italië en Frankrijk om meer op hun grondgebied te produceren. Het antwoord van Stellantis op dit verzoek is dat Spanje momenteel een aantrekkelijkere locatie is, dankzij gunstigere belastingvoordelen en lagere energie- en arbeidskosten. Hetzelfde geldt voor Oost-Europese landen, die in deze twee opzichten aanzienlijk concurrerender zijn dan bijvoorbeeld Frankrijk of Italië, iets waar Carlos Tavares de voorkeur aan geeft: "Ik heb de verantwoordelijkheid om vandaag logische beslissingen te nemen die geen negatieve invloed hebben op de toekomst van het bedrijf over een paar jaar".