Markt / Elektrische auto's storingsgevoeliger

De Britse consumentenorganisatie Which? heeft een onderzoek uitgevoerd naar de betrouwbaarheid van auto's in het Verenigd Koninkrijk. Uit het onderzoek, waaraan 48.000 mensen meededen die samen zo’n 57.000 auto’s bezitten, bleek dat in de categorie van auto’s van 0 tot 4 jaar elektrische modellen het minst betrouwbaar zijn, terwijl in de categorie auto’s met een verbrandingsmotor benzinewagens het minste kans hebben op betrouwbaarheidsproblemen. Diesels scoren halverwege tussen benzinemodellen en EV’s in. De belangrijkste bron van problemen zijn softwarefouten.

>> Lees ook – Lexus is de beste qua betrouwbaarheid

Tesla slechte leerling

Concreet blijkt uit de studie dat 39% van de eigenaars van een elektrische auto in de eerste vier jaar van hun bezit een of meer betrouwbaarheidsproblemen hebben ondervonden, tegenover 29% van de eigenaars van diesels en 19% van die van benzineauto's. Van de bijna 57.000 in aanmerking genomen voertuigen waren er slechts 2.184 elektrische auto's.

Onder de elektrische modellen waren er grote verschillen, waarbij de Kia e-Niro de hoogste tevredenheid behaalde: slechts 6% van de eigenaars van dat model meldden een storing en slechts 1% maakte melding van pannes of niet kunnen starten. Onderaan de lijst van batterij-aangedreven auto's spant Tesla de kroon, met 39% van de eigenaren die in de eerste vier jaar van hun bezit ten minste één storing meldden. Hoewel het merendeel van de ondervonden problemen geen belemmering vormde, betrof 5% pannes of het niet kunnen starten.

Kinderziektes?

Elektrische modellen worden verondersteld intrinsiek ‘eenvoudiger’ te zijn en gemakkelijker betrouwbaar te maken, aangezien ze minder onderdelen hebben dan voertuigen met een verbrandingsmotor. Toch blijken ze vaker problemen te geven. Hoe valt dat te verklaren? Gaat het om kinderziektes of ligt het probleem dieper? Een beetje van beide in feite.

De ‘moderne’ elektrische aandrijving is nog een betrekkelijk recente technologie en kan daarom nog niet bogen op dezelfde technologische en industriële deskundigheid als benzines en diesels. Bovendien is de leidende fabrikant op de elektrische markt nog steeds Tesla, een jong merk zonder ‘automobielgeschiedenis’ enerzijds, dat anderzijds ook bijna alles zelf produceert, zonder te steunen op de ervaring van gevestigde partners en onderaannemers, wat een zekere latentie in de kwaliteitsverhoging kan inhouden.

Elektronica en netwerk

In het algemeen houden de voornaamste problemen op het gebied van de betrouwbaarheid echter verband met de elektronica aan boord en hebben ze meer bepaald te maken met software. Dat is een factor die alle motortypes gemeen hebben. Het software-aspect overheerst echter bij elektrische voertuigen, waar het effect ervan nog groter is dan bij modellen met verbrandingsmotor. Bovendien worden elektrische voertuigen, of het nu gaat om Tesla of meer ‘traditionele’ fabrikanten, vaak bedacht en ontworpen als technologische demonstratiemodellen met, over het algemeen, een completere en meer gesofisticeerde elektronische en software-inhoud dan modellen met verbrandingsmotor. De kans op een storing is dus groter en ingrijpender.

De andere bevinding van de Britse studie is dat wanneer voertuigen met een defect te kampen krijgen dat hen immobiliseert, de tijd die nodig is om het probleem op te lossen langer is voor elektrische modellen, met een duur tot vijf dagen, tegenover drie voor benzines en vier voor diesels! Ook hier is het belangrijk de zaken in perspectief te plaatsen. Volledig elektrische merken – Tesla of Polestar bijvoorbeeld – hebben over het algemeen een veel kleiner en/of minder ervaren aftersales servicenetwerk, om nog maar te zwijgen van het feit dat hun ‘logistiek’ model soms automatisch een langere periode van onbeschikbaarheid van het voertuig impliceert. Die factor verklaart niet de 1 of 2 dagen extra gemiddeld in vergelijking met benzine en diesel, maar kan er duidelijk toe bijdragen.