Mobiliteit / Autoconstructeurs willen meer laadpalen

Volgens de vereniging van Europese autoconstructeurs ACEA zijn er tegen 2030 in Europa minstens 7 miljoen openbare oplaadpunten nodig. Directeur-generaal Eric-Mark Huitema herinnerde daar op 30 november in een onlineboodschap aan. Anders zal het onmogelijk zijn om de CO2-doelstellingen van Europa te halen. Het is van essentieel belang dat de autoriteiten de wettelijke kaders en investeringen tot stand brengen zodat elektrische auto's, waterstofauto's en koolstofneutraal wegvervoer zich goed kunnen ontwikkelen. Voor een succesvolle overgang naar emissievrije mobiliteit in Europa is namelijk "samenhang tussen CO2-doelstellingen en de beschikbaarheid van infrastructuur voor elektrische auto's en auto's op waterstof" of zelfs alternatieve brandstoffen vereist.

AFIR

De grote bekommernis waarop de ACEA de aandacht vestigt, zijn de AFIR-doelstellingen: de Alternative Fuels Infrastructure Regulation ofte verordening inzake infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. Dit omvat alles wat te maken heeft met de invoering van waterstoftankstations en EV-laadstations. Dit door de Europese Commissie voorgestelde plan ligt nu in handen van de nationale regeringen en het parlement. Voorts lijkt het erop dat de AFIR-voorstellen voor het wegvervoer niet in overeenstemming zijn met het feitelijke gebruik van vrachtwagens. Dat maakt de overschakeling op elektrische vrachtwagens onmogelijk.

Ontoereikend

Het lijkt er echter op dat sommige lidstaten de neiging hebben de AFIR te willen afzwakken. Sommige willen "het tijdschema voor de invoering uitstellen, het vermogen van de oplaadstations verminderen en de maximumafstand tussen de infrastructuren vergroten". Dat zou volgens de ACEA betekenen dat de dienstverlening op de Europese wegen ontoereikend is. "Als sommige lidstaten hun zin krijgen, zouden we kunnen eindigen met nog lagere AFIR-doelstellingen, waardoor de verwachte CO2-reducties nog minder realistisch zouden worden om te bereiken." Daarnaast is er ook nog steeds behoefte aan een Europees koolstofarm en koolstofvrij tanknetwerk om de CO2-uitstoot van het bestaande wagenpark van verbrandings- en hybride voertuigen te verminderen.

677.000 oplaadpunten

Eric-Mark Huitema, directeur-generaal van de ACEA, herinnert eraan dat als Europa 8 jaar geleden een plan had aangenomen dat vergelijkbaar was met AFIR, toen AFID genoemd, er nu al veel meer oplaadpunten op onze wegen zouden zijn: "We hebben zoveel kostbare jaren verloren. In 2013 lag er al een ambitieus voorstel op tafel. Als het was aangenomen zoals voorgesteld, zouden er nu 677.000 oplaadstations verspreid over de EU zijn". Er zijn echter amper 250.000 laadstations en verschillende zones waar het tekort schrijnend is. Een van de belangrijkste obstakels voor de infrastructuur is van regelgevende aard, zoals de tijd die nodig is om de EV-infrastructuur goed te keuren en te plannen en deze aan te sluiten op het elektriciteitsnet.

3 miljoen te weinig

Petr Dolejsi, directeur mobiliteit en duurzaam vervoer bij ACEA, sluit zich aan bij de woorden van de directeur-generaal: "De auto-industrie in de EU is klaar om al deze elektrische en waterstofauto's te bouwen, maar onder de AFIR zullen er zo'n 7 miljoen openbare oplaadpunten moeten komen om te voldoen aan de CO2-doelstellingen voor auto's die door de Commissie zijn voorzien, in plaats van de 3,9 miljoen in het huidige voorstel." Elektrische of waterstofmobiliteit moet in de hele Europese Unie mogelijk zijn met een dichtheid van oplaad- of tankpunten die zowel beantwoordt aan de uitdaging van de verkeersdrukte om lange wachttijden te vermijden, als aan de grenzen van de autonomie om probleemloos te kunnen opladen op elk traject van bijvoorbeeld Rovaniemi (Finland) naar Tarifa (Spanje) of van Brest (Frankrijk) naar Thessaloniki (Griekenland).

Onverwachte hoek

Ondanks vele meningsverschillen in het verleden werken ACEA en T&E (Transport & Environment) samen om bij de Europese autoriteiten te lobbyen om het leven voor gebruikers van elektrische auto's gemakkelijker te maken. Dat wordt bevestigd door Julia Poliscanova, Senior Director Vehicles & E-Mobility bij T&E, die zegt dat "er een toenemende mate van overeenstemming en samenwerking [tussen ACEA en T&E] is, vooral als het gaat om het bepleiten van de behoefte aan meer infrastructuur". Voor ACEA, T&E en andere NGO's moet Europa "dringend" handelen. Voor de burger betekent het ontbreken van een toereikende infrastructuur – en van gebruiksgemak, met name voor de betaling – een verlies van mobiliteit, autonomie en financiële middelen. Met alle risico's van sociale of politieke onrust die daaruit kunnen voortvloeien...