In de jaren ’90 was de Toyota RAV-4 een erg succesvol pionier onder de compacte SUV’s, tot wanneer de constructeur ineens zijn interesse in het segment verloor en zich de kaas van het brood liet eten door (vooral Koreaanse) rivalen. Vandaag nemen de Japanners revanche met een hybride versie, een specialiteit van Toyota.
197 pk
We kennen de aandrijflijn al uit de Lexus IS 300h en NX 300h. Hij combineert dus een 2.5-benzineviercilinder met twee elektromotoren, waarvan de voorste 105 kW levert en de achterste 50 kW. In totaal kan de RAV-4 op 197 pk rekenen, waarmee hij gemakkelijk zijn elektronisch begrensde topsnelheid van 180 km/h zou moeten halen. Als enkel de benzinemotor wordt gebruikt, sprint hij van 0 naar 100 km/h in 8,9 seconden. Met assistentie van de elektromotoren wordt dat 8,7 tellen.
115 g/km
Zelfs als hybride blijft de RAV-4 een vierwielaandrijver dankzij de E-Four-technologie, die een elektromotor in de achteras gebruikt om de achterwielen aan het werk te zetten. We kennen de technologie al erg lang uit de Lexus RX 400h, de RX 450h en de NX 300h. Het interessante aan de hybride RAV-4 is uiteraard zijn lage CO2-uitstoot van 115 g/km, wat overeenkomt met een normverbruik van 4,9 l/100 km. Daarmee moet de RAV-4 weer zijn plaats op de markt kunnen heroveren, al hopen we toch stilletjes op een plug-in hybride variant om de Tiguan GTE het hoofd te kunnen bieden.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!