De hybride is de beste keuze voor wie nog geen EV wil, maar toch al zijn petroleumverbruik wil temperen.

We hebben het dan over zelfopladende hybrides, zoals Hyundai, Renault, Ford, Honda of pionier Toyota ze maken. Zij worden deels elektrisch aangedreven, maar enkel door stroom die gerecupereerd wordt tijdens het rijden. Daarmee verbruik je toch alvast een kwart minder benzine.

Op het oog is het verschil met oplaadbare hybrides (PHEV’s), die dus wel een stekkerpoort hebben, verwaarloosbaar. Onderhuids zit echter een significant grotere batterij dan die van een zelfopladende hybride, waardoor ze veel duurder zijn, maar wel tientallen kilometers volledig elektrisch kunnen afleggen. In de holomolatietests gelden die kilometers als emissievrij, waardoor ze kunnen pronken met een erg lage CO2-uitstoot.

Daardoor genieten ze op de bedrijfswagenmarkt (voorlopig nog) van een hoge fiscale aftrekbaarheid, wat hun populariteit verklaart. Voor particuliere kopers zijn oplaadbare hybrides echter niet geschikt. In de realiteit zijn zowat alle exemplaren immers grootverbruikers: in elektrische modus consumeren ze meer dan een echte EV, en eens de accu leeg, zijn ze gulziger dan een klassieke auto met verbrandingsmotor. Naast de aankoopprijs is dus ook de reële gebruikskost hoog.

Overzicht dossier "Elektrisch rijden voor particulieren"

DEEL 1 Wordt EV-rijden verplicht?

DEEL 2 Wanneer wordt EV-rijden betaalbaar?

DEEL 3 Wat is de gebruikskost van een elektrische auto?

DEEL 4 Hoe zit het met het opladen?

DEEL 5 Wat als ik geen eigen oprit heb?

DEEL 6 Kan ik ermee op vakantie?

DEEL 8 Wat met tweedehands?

DEEL 9 Hoe zit het met de restwaarde?