Eén van de kenmerken van een depressie is het gebrek aan een langetermijnvisie. Dat is wat we zagen op jaargang 2009 van de IAA in Frankfurt. Dit jaar lijkt echter te wijzen op een nieuwe heropleving van de automobielsector. Er wordt vooral veel gepraat over de toekomst, over 2020 en zelfs 2050. In 2015 is de auto steeds beter in staat om te reageren zonder tussenkomst van de bestuurder en het aantal ingebouwde apps tiert welig. Dat is de richting die de meeste constructeurs op de IAA uit gaan, ook al ondergraven sommige onderzoeken deze overtuiging soms. En dan is er ook nog de diversificatie van de producten waarbij merken segmenten gaan verkennen die voor hen tot dan toe onbekend terrein waren.
De mobiliteit van de toekomst
Het salon van Frankfurt 2015 heeft een volledig paleis gewijd aan de mobiliteit van de toekomst, met veel plaats voor elektrische aandrijving en geconnecteerde diensten. Het bewijs van een ingrijpende verandering binnen het autolandschap? De automobielsector heeft altijd al gestreefd naar innovatie en evolutie en moet vandaag meer dan ooit afrekenen met argwaan en uitdagingen rond mobiliteit. De auto lijkt zijn sociale status verloren te zijn en is niet langer het symbool van vrijheid. Hij wordt nu eerder een uitbreiding van de leef- of werkruimte. De integratie van smartphone-apps en de permanente verbinding met thuis of het kantoor leiden er bovendien toe dat de bestuurder de taken van het rijden zelf uit handen begint te geven zodat hij meer “hersencapaciteit op overschot” heeft om te communiceren met de buitenwereld.
Niet rijden
Moeten we hier blij om zijn of net niet? Voor wie graag rijdt, blijft dit moment van ontspanning – waarop alleen het stuur, het rem- en gaspedaal en de versnellingspook van belang zijn – kostbaar en onmisbaar. Maar voor de mensen die enkel van punt A naar punt B willen geraken, lijkt de ‘nuttige tijd’ van prioritair belang. Zij kunnen het stuur gewoon afgeven. Vandaag kunnen zij het openbaar vervoer nemen (als er tenminste een zitje vrij is) of zich laten vervoeren door een taxi of een vriend. In de nabije toekomst zullen ze zich echter door hun auto naar hun garage of de parking van hun kantoor laten brengen.
Een andere generatie
De trein van de automatisering (meestal met elektromotor) lijkt goed op dreef. Er wordt druk uitgeoefend op de wetgever om het mogelijk te maken dat de eerste autonome auto in 2020 de weg op zou kunnen. Maar in Frankfurt komt vooral de auto van 2050 aan bod. Dat wordt de wagen van een generatie die waarschijnlijk nooit zal kunnen proeven van rijplezier zoals wij dat vandaag kennen. Zij zullen er dus ook geen enkel probleem mee hebben om een ‘robot’ in hun plaats te laten rijden. Zullen ze trouwens nog echt een rijbewijs nodig hebben? Of wordt dat iets dat enkel nog enkele volhouders absoluut willen behalen? Die toekomst zullen we niet allemaal meer meemaken. We kunnen enkel onze nakomelingen wat leidraden geven en onze (klein)kinderen laten proeven van de emoties die wij ervaren aan het stuur van een wagen die toch niet zo mak is als hij lijkt. Het is een beetje zoals muziekminnende ouders die hun kinderen laten kennismaken met het plezier van de vinylplaat, die te snel dood en begraven is verklaard.
Afwisseling
Constructeurs laten zich goed bijstaan door een helse marketingmachine om ingenieuze vondsten te ontwikkelen die tegemoetkomen aan de vragen van een steeds specifieker klantenbestand. De digitalisering van de ontwikkelings- en productieprocessen versnelt het ontstaan van nieuwe auto's en zelfs nieuwe segmenten. De technologie wordt ook gebruikt voor een buitenissige personalisering. Daarom worden de merkenportefeuilles zienderogen groter. Massaconstructeurs zijn van een 10-tal modellen in de jaren ‘80 geëvolueerd naar een 30-tal vandaag en ze streven naar 40 modellen tegen het eind van het decennium. De nieuwe generatie lijkt vluchtiger en gaat meer op zoek naar een product dat bij haar past. Daarom gaan mensen vooral op zoek naar vooruitstrevende technologie om, meestal virtueel, in contact te blijven met hun ‘clan’. En dat geldt ook in de wagen.
Wat met de gegevens?
Met de geconnecteerde mobiliteit die eraan zit te komen zal de auto, die een 3de verblijfplaats wordt, zich kunnen aanpassen aan het humeur van de bestuurder. In Frankfurt had men het zelfs over “fysiotherapeutische” auto's waarvan de kleuren en de geluidssfeer binnenin aangepast worden in functie van de hartslag. En wat met de bescherming van gegevens? De automobielindustrie belooft ons een verantwoord gebruik, te meer daar het economische voordeel niet voortvloeit uit de exploitatie van de gegevens, maar gewoon uit het product zelf. Maar zal de automobielindustrie een bescherming kunnen garanderen van de privégegevens die verzameld worden door de ingebouwde informatica? Zal ze deze niet intern gaan gebruiken om de klanten beter te leren kennen en ze zo via marketingtechnieken naar nieuwe producten en diensten ‘op maat’ te sturen? En vooral, zal de industrie zich kunnen beschermen tegen aanvallen van buitenaf met de bedoeling de controle over het voertuig over te nemen? Allemaal cruciale vragen waarop de antwoorden soms nog vaag zijn, maar wel verpakt in veel zelfvertrouwen.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!