Verschillende mediakanalen van de European Investigative Collaboration (Le Soir, De Standaard, Mediapart, NRC, Der Spiegel, enz.) publiceerden gisteren de resultaten van een onderzoek naar een vermeend akkoord tussen Franse autobouwers en een consultant over wisselstukken. Ze zouden allemaal dezelfde software, Partneo, hebben gebruikt om hun winstmarges op wisselstukken te vergroten. Daardoor zou de prijs zijn opgevoerd en dus de al forse winstmarge in vergelijking met de kostprijs zijn verhoogd. De gemiddelde prijsstijging zou rond de 15 procent liggen, maar voor sommige onderdelen zou het prijskaartje bij de dealer ronduit verdrievoudigd zijn. Die bedrieglijke praktijk zou jaarlijks 100 miljoen euro extra winst hebben opgeleverd. De bedenker van de software, Laurent Boutboul, zou zelf de kat de bel hebben aangebonden. De journalisten zouden de gerechtelijke procedure mogen inkijken hebben die hij heeft opgestart bij de handelsrechtbank van Parijs tegen Accenture, Renault en PSA.
Partneo
Het middelpunt van de affaire rond prijsafspraken is dus het softwaresysteem Partneo. Dat is ontwikkeld door Acceria, een Franse startup van Boutboul. Het krachtige rekensysteem met een verfijnd algoritme en uitgebreide databank hielp de autobouwers om de prijzen te bepalen voor de wisselstukken van hun modellen (30.000 tot 40.000 onderdelen voor een gezinswagen). In plaats van de traditionele coëfficiënt keek de software naar andere criteria, zoals de gepercipieerde waarde. Ze hield dus rekening met de geschatte prijzen door de klanten. Daardoor konden bepaalde stukken tientallen keren duurder worden verkocht dan hun productieprijs. Partneo maakte het bovendien mogelijk om de winst nog te vergroten door een algemene prijsstijging te verbergen achter een prijsverlaging van een aantal stukken.
Accenture
De onderzoeksjournalisten van de EIC vallen vooral Accenture aan, dat de licentie van Partneo kocht in 2009 en vervolgens Acceria in 2010. Het consultancybureau heeft de mogelijkheden van de software tot het uiterste gedreven. Het ging zelfs zo ver dat het de winsten van Renault verklapte aan zijn rechtstreekse rivaal PSA om hen ervan te overtuigen om de “mirakelsoftware” over te nemen, zo zegt de EIC. De twee constructeurs zouden zelfs met elkaar hebben gesproken over het onderwerp, met het agentschap als katalysator. Accenture, Renault en PSA ontkennen “alle afspraken” over prijzen. Temeer omdat de Franse concurrentiewaakhond, die in 2017 op de hoogte werd gebracht, het niet nodig heeft geacht een onderzoek te voeren bij gebrek aan sluitend bewijs.
Onderdelenprijzen
Elke automobilist krijgt te maken met onderdelenprijzen (naast de werkuren). Maar Europa kiest de vrije concurrentie als wapen en streeft naar prijsliberalisering. In theorie staat het de consument dus vrij om te kiezen voor een onafhankelijke garage zonder aan wettelijke garantie of materiaalkwaliteit in te moeten boeten. Maar in werkelijkheid slagen constructeurs en autobouwers erin om autorijders ertoe te verleiden om binnen het officiële dealernetwerk te blijven ondanks de herstelkosten. Ze koppelen bijvoorbeeld onderhoudsplannen of een uitgebreide garantie aan wie trouw blijft aan het officiële netwerk. Dat is essentieel voor de winstmarges van de dealers, de invoerders en de constructeurs. En zo komen ze in verleiding om de winsten op hun naverkoopdiensten te optimaliseren.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!