Eerste test / Opel Insignia Grand Sport GSi 2018: Miss Good Grip

Het concept

De Insignia GSi vervangt de oude OPC niet, want die krijgt ook een opvolger in deze nieuwe generatie. De OPC’s zullen de meest extreme versies blijven, met exclusieve en erg krachtige motoren. De GSi “beperkt” zich tot de krachtigste drukgevoede benzine- en dieselmotoren van het gewone gamma. Dat betekent een 2.0 Turbo op benzine van 260 pk (en 400 Nm) en de CDTI BiTurbo Blue-Injection op diesel met 210 pk (480 Nm), die al verkrijgbaar waren – zowel in de berline Grand Sport als in de breakversies Sports Tourer en Country Tourer – in de twee hoogste uitrustingsniveaus (Dynamic en Innovation) van vier.

Wat er verandert

De Insignia GSi wordt dus het vijfde en hoogste uitrustingsniveau en is herkenbaar aan zijn koetswerk met GSi-Line-accessoires en zijn lichtmetalen 18-duimvelgen met 10 spaken (tweekleurige twintigduimers met 5 armen worden als optie aangeboden voor 1.000 euro). De aanpassingen aan deze GSi’s hebben dus geen gevolgen voor de beide topmotoren, noch voor de bijhorende achttrapsautomaat (Aisin AW), al is de sturing van die laatste lichtjes herwerkt. Gezien het hoge koppel van beide motoren (400 en 480 Nm) is vierwielaandrijving standaard. Die heeft als bijzonder detail een GKN-koppelverdeler tussen de achterwielen zoals we die ook zien in de Ford Focus RS en de Range Rover Evoque, met een specifieke sturing voor de koppelingsschijven achteraan. De remklauwen met 4 zuigers vooraan komen van Brembo.

Hoe hij rijdt

De Insignia GSi onderscheidt zich verder door een nieuwe “Competition”-functie die de trekkrachtcontrole uitschakelt en die een meer liberaal programma inschakelt van het ESP (door een tweede keer lang op de ESP Off-knop te duwen), waardoor grotere sliphoeken mogelijk zijn. De andere aanpassingen zitten hem in het onderstel met gestuurde schokdempers FlexRide, die stugger zijn afgesteld voor een 10 millimeter lagere ophanging. Een laatste verschil: de optionele twintigduimvelgen worden geschoeid met Michelin Pilot Sport 4S-banden, die grip vinden bij alle soorten regenweer. De GSi kan dus bogen op een koetswerkondersteuning en een gripniveau die beter zijn dan in een standaard Insignia. Wij vonden hem meer precies en speelser terwijl hij toch zo comfortabel mogelijk is gebleven. Bij dit goede rapport komen nog extra punten voor de geluiddemping op topniveau (de testauto’s hadden dubbele beglazing in de voordeuren). En we kunnen moeilijk om de GSi Performance AGR-voorstoelen heen – standaard en gemaakt bij Opel zelf – die de ondersteuning van echte kuipstoelen weten te rijmen met het zitcomfort van luxefauteuils en een volledige elektrische verstelbaarheid met verwarming en ventilatie. Bovendien wegen ze 26 kilo, wat 2 kilo minder is dan de kuipjes van de jongste Corsa OPC, die het zonder al die comfortelementen moet doen. Het is daarom niet verrassend dat de Insignia GSi benzine de vorige Insignia OPC (325 pk en 160 kilo zwaarder) 12 seconden aan zijn broek smeert op een 22 kilometer lang rondje van de noordelijke lus (Nordschleife) van de Nürburgring.

Budget & uitrusting

In vergelijking met de Insignia Innovation met dezelfde motor en achttrapsautomaat kost de GSi 5.450 euro (benzine) tot 5.950 euro (diesel) meer. Voor dat geld krijg je de Brembo-remmen, de specifieke onderstelafstemming, de decoratie van het GSi-Line Sport Pack voor het koetswerk en het interieur, een achtvoudige elektrische verstelbaarheid – met inbegrip van de flanken van de rugleuning – voor de passagiersstoel (bovenop die van de bestuurderstoel), de Jet Black hemelbekleding, de OPC-spoiler, de 10-spaaks 18-duimvelgen en de GSi Performance-superstoelen in Siena II-zwart leer. Op die manier lijkt de meerprijs ons grotendeels gerechtvaardigd.

Concurrentie

Audi, BMW en Mercedes zijn te duur in het segment van de grote berlines (rond de 4,9 meter) en breaks (ongeveer 5 meter) met vierwielaandrijving, automatische of gerobotiseerde versnellingsbak met meer dan zes verhouding en een vermogen van zo’n 210 pk (op diesel) of 260 pk (op benzine). Tenzij wanneer je bereid bent om compacter te gaan, met bijvoorbeeld een Audi A4 in plaats van een A6/A7, een BMW 3-Reeks in plaats van een 5-Reeks of een Mercedes C-Klasse in plaats van een E-Klasse. Bij de massaconstructeurs vinden we enkel de Skoda Superb 4WD (berline en Combi), die qua prijs rond die van de Opel Insignia GSi Grand Sport en Sports Tourer zit. Tussen de 3 dure vogels (Audi, BMW, Mercedes) en de integere Skoda zitten Jaguar (XF en XF Sportbrake), Volkswagen (Arteon) en Volvo (S90 en V90). Allemaal schoon volk, waar Opel stevige argumenten tegen in het verweer kan brengen.

Ons verdict

De Opel Insignia GSi mikt niet louter op meer sportiviteit. Hij doet namelijk twee dingen: hij biedt meer plezier en efficiëntie terwijl hij tegelijk een comfort op hoog niveau vrijwaart. Kortom, de grote berline van Opel doet even goed als zijn premiumrivalen, maar is gevoelig minder duur en beter uitgerust.