Eerste test / Peugeot Rifter: De koning van het opbergvak

Het concept

De bedoeling was om de Partner meer als een auto te doen aanvoelen. Vandaar ook de nood aan een nieuwe naam. Rifter is een fantasienaam, maar met ‘rift’ verwijst Peugeot wel duidelijk naar een breuk. Dit is de ludospace nieuwe stijl, die de koper een waardevoller product moet opleveren. Minder Aldi, meer Delhaize zeg maar.

Nochtans is niet alles van de vorige Partner/Berlingo overboord gegooid. Het platform waarrond de nieuwe Rifter, Citroën Berlingo en Opel Combo zijn samengesteld, is een hybride samensmelting met vooraan EMP2-componenten uit de 308, terwijl achteraan het oude Berlingo-onderstel met torsieas behouden bleef. Dat bleek onklopbaar om een ruime koffer te creëren. De echte waarde van een ludospace blijkt ook nu nog altijd achter de bestuurder te schuilen.

Wat er verandert

Peugeot komt (net als de Citroën Berlingo) om een 35 centimeter langere Rifter: 4,4 meter voor de gewone Rifter tegenover 4,7 meter voor de lange Rifter. Peugeot biedt beide versies in optie met zeven zitplaatsen. Als kofferinhoud krijg je minimaal 775 liter. Met de stoelen neer wordt dat maximaal 3.500 liter in de gewone Rifter en zelfs 4.000 liter in de Rifter XL. En je kunt de leuning van de passagiersstoel platvouwen. In combinatie met de apart van de kofferklep te openen achterruit, kun je zo een pakket van wel vier meter lang transporteren. Standaard kun je de stoelen of de achterbank nog individueel verwijderen, maar met ‘magic flat’, beschikbaar vanaf het tweede semester van 2019, klappen de stoelen van de tweede rij gewoon in de vloer van de auto. Een operatie die in een handomdraai verloopt. Het is duidelijk dat PSA het gebruiksgemak van de Rifter hoog op de ontwikkelingsagenda had.

Hoe hij rijdt

Dat gevoel verandert een beetje achter het stuur. Maar eigenlijk heeft dat meer met Peugeot zelf te maken, dat pocht dat de Rifter stuurt als een 308. Een iets te ambitieuze claim. De Rifter krijgt grotere wielen (15- tot 17-duim, met een maximale diameter van 69 centimeter), de bodemspeling neemt toe en in totaal is hij 3 centimeter hoger dan zijn voorganger. Bij de lancering is er aan benzinezijde de 1.2 PureTech-driecilinder met 110 pk en manuele zesbak. In de loop van 2019 komt er nog een 130 pk-variant van die motor bij met een achttrapsautomaat. Voor het dieselaanbod brengt Peugeot alleen afgeleiden van de 1.5 BlueHDi-viercilinder. Aan de basis vind je een 75 pk-versie met manuele vijfbak, er is een 100 pk-versie met manuele vijfbak en een 130 pk met zesbak, of naar keuze met achttrapsautomaat. De gerobotiseerde versnellingsbak behoort – gelukkig maar – helemaal tot het verleden.

We konden zowel de PureTech met de 110 pk sterke turbobenzine als de 130 pk-turbodiesel met automaat aan de tand voelen. In onbeladen toestand voldoet de benzinemotor, daarbij geholpen door zijn vlot schakelende zesbak. De precieze gegevens voor de benzine heeft Peugeot nog niet klaar, maar we vragen ons toch af of deze combinatie overeind blijft met volle koffer op een helling. Daar scoort de diesel natuurlijk beter. Rijklaar weegt de 1.5 BlueHDi met 130 pk 1.505 kilogram en hij kan tot iets meer dan 2,1 ton geladen worden. Een geremde aanhanger mag tot 1.500 kilogram wegen. De keuze tussen benzine en diesel zal dus vooral afhangen van het gebruik.

Budget

Voor kortere verplaatsingen steekt de benzine er wel bovenuit, vooral omdat Peugeot de Access-basisversie van de Rifter alleen met de 110 pk-benzine aanbiedt (18.900 euro). De goedkoopste diesel (75 pk, Active) kost al 21.750 euro. De lange versies beginnen pas vanaf de Active en kosten goed 1.100 euro meer. Peugeot brengt de Rifter met het kleine stuur van de i-Cockpit. Goed voor de beleving, maar het is wennen aan het diep geplaatste stuur.

Ons verdict

Vroeger had je een basis-Partner Teepee voor 16.500 euro. Die dagen zijn geteld. De rekening nu ligt 2.000 euro hoger en eens je in de uitrustingsniveaus stijgt komt 25.000 euro snel in de buurt. Maar de vaststelling is even goed dat de Rifter flink meer auto geworden is, zonder zijn gebruiksgemak op te offeren.