Eerste test / Review Ineos Quartermaster (2024) - de pick-upversie getest

Voor wie het nu in Keulen hoort donderen: Ineos is inderdaad dat chemiebedrijf van multimiljardair Jim Ratcliffe. Hetzelfde Ineos dat ook het wielerteam en het Mercedes-AMG Petronas F1-team sponsort. En zich ondertussen evenzeer al een tijdje autobouwer mag noemen. Een zijsprong die er kwam omdat Sir Ratcliffe zich niet helemaal thuis voelde in de nieuwe Defender.

Nostalgie en het feit dat je je geld toch ergens aan uit moet geven, lieten hem besluiten dan maar zelf een waardige opvolger voor de terreinlegende te ontwikkelen. Dat werd de Grenadier, een bonkige 4X4 die nu dus een pick-upafgeleide krijgt in de vorm van de Quartermaster.

Design Ineos Quartermaster

Net zoals bij de Defender pick-up is de Quartermaster tot aan zijn laadbak inwisselbaar met de Grenadier. Of toch zo goed als. Om als lichte vracht ingeboekt te kunnen worden, diende de helft van de totale lengte te worden geofferd aan het laadvolume. Daar werd deels een mouw gepast door het ladderchassis met nog eens 30,5 centimeter te rekken - wat resulteert in een asociale lengte van 5,44 meter, al kon ook dat niet voorkomen dat de cabine iets moest worden ingekort. Met een meer naar voor geschoven achterbank (en een rechter rugpand) tot gevolg.

Een beperking, zeer zeker, maar niet de belangrijkste. Die 'eer' komt op naam van de draaicirkel. Met 14,5 meter heb je nog een meter meer nodig dan de sowieso ook al niet op een zakdoek draaiende Grenadier. Opgeteld met het niet zelfcentrerende stuur geeft dat een pick-up die zich even thuis voelt in de stad als een olifant in een porseleinwinkel.

Met andere woorden, ook deze Ineos heeft zijn focus vol op het onverhard. Ruw terrein waar hij obstakels millimeterprecies kan passeren doordat door de hoekige contouren het koetswerk - ondanks de omvang - perfect in te schatten valt. En raakt de Ineos er toch niet rond, dan beschikt de Quartermaster nog over een arsenaal wapens die het mogelijk maken erover te klauteren. 

De veldversnelling en het te blokkeren centrale differentieel zijn daarbij inwisselbaar met de Grenadier, wat ook geldt voor de 26,4 centimeter aan bodemvrijheid. Idem wat de aanrijhoek van 35,5 graden betreft. Qua hellingshoek (26,2 versus 28,2 graden) en vooral afrijhoek (22,6 tegenover 36,2 graden) moet de Quartermaster – door de extra centimeters van de laadbak – evenwel zijn meerdere erkennen in de Grenadier. 

Dat maakt dat je de optionele te blokkeren differentiëlen op de voor- en achteras of de ruigere terreinbanden – wat slechts een summiere greep is uit wat je zoal aan offroadaddenda toe kan laten voegen aan de pick-up - in deze vooral bestelt om je last door de zwaarste blubber gesleept te krijgen. Wat in essentie toch de primaire modus operandi blijft van dit werkpaard. 

In de 1,56 meter lange, 1,62 meter brede en 0,49 meter hoge laadbak schuif je netjes een europalet. Rijd je op diesel, dan mag die 760 kilo aan lading torsen. Voor de benzine is dat zelfs 835 kilo. Ongeacht de gekozen drieliter mag er vervolgens bijkomend 3,5 ton aan geremde last aan de trekhaak gehangen worden.

Interieur Ineos Quartermaster

Binnenin zijn er geen verschillen met de Grenadier, waardoor je je ook in de Quartermaster in een helikopter waant eerder dan in een pick-up. Of hoe de exterieure cool perfect verder wordt gezet door de vele kantelknoppen en -schakelaars in het interieur. Dat er finaal zoveel functietoetsen in zowel de middentunnel als het plafond verwerkt zitten, heeft vandoen met de vele accessoires die je nog toe kan voegen.

Denk daklichten, een winch of een compressor. Zaken die stroom nodig hebben, kabelwerk dat al op voorhand werd voorzien, met dus zelfs een knop om die dingen te doen werken. Wat uiteraard maakt dat, als je die opties niet licht, je met een werkloze en dus nutteloze toets zit.

Ook het infotainment baadt in eenzelfde eigenwijsheid. Navigatie kan je er niet op krijgen, maar een draadloze connectie met Apple Car Play en Android Auto is wel standaard. Bedienen doe je het ding via het aanraakscherm of via de draaiknop op de middentunnel. Iets wat je trouwens geregeld moet doen, want als kind van zijn tijd bliept ook de Quartermaster als je de snelheidslimiet overschrijdt. Wat je uit kan schakelen, als je je bij elke opstart tenminste de moeite getroost door drie menu's te scrollen.

De zetels dan. Recaro-fauteuils die prinsheerlijk zitten maar, net als de rest van het interieur trouwens, niet verdragen dat je het vuil even afneemt met de tuinslang. En zo gaat het nog wel even verder. Bij elke 'goed gevonden' past evenzeer een 'maar'. Met uitzondering misschien van de rode 'Toot'-knop waarmee je een zachter klinkende hoorn bedient. Daar verraadt zich ineens de connectie met het wielerteam. 

Motoren en prestaties Ineos Quartermaster

Ook de pick-up mag zich beroepen op de 3 liter zes-in-lijns van BMW, inclusief de achttrapsautomaten die daarbij horen. En daar kunnen we alleen maar zeer blij om zijn. Die geweldige mechanische entente geeft de Quartermaster meerd dan afdoende oempf om zijn logge lijf vlot - zelfs zeeeeer vlot - vooruit te jagen. Anders dan wijlen de Defender-pick-up haalt deze Ineos dan ook zijn neus niet op voor wat snelwegkilometers aan 120 km/u (en nog een heel stuk rapper als je wil). 

Heb je dat hogere laadgewicht in de bak niet echt nodig, dan zouden we in deze altijd gaan voor de B57-diesel (zoals we die hier hebben getest). Die heeft met 550 Nm 100 Nm meer aan koppel, terwijl hij met 249 pk aardig in de buurt blijft van de 286 paarden van de S58-benzine. Je moet wel de vrachtwagenronk voor lief nemen. Een bijzonder diepe bas die, nu we er zo over nadenken, eigenlijk ook perfect binnen het Quartermaster-plaatje past.

Kortom, ook de diesel sleurt een aardig eindje weg zonder dat je dat achteraf aan de pomp een aantal organen moet kosten. Alhoewel. Met een leeggewicht van 2,7 ton en de aerodynamica van een appartementsblok hoef je uiteraard geen wonderen te verwachten. Onder de 12 liter hebben we de boordcomputer tijdens de test dan ook niet gekregen.

Rijgedrag en comfort Ineos Quartermaster

Door de langere wielbasis (3,23 meter) ligt de Quartermaster danig stabiel op de weg én in de bocht. Eens je de hoogbouw bij het keren hebt gezet, kan je vrij makkelijk en zonder het tempo dramatisch te moeten laten zakken de koord houden.

Het comfort is best oke, toch als je het bekijkt vanuit een terreinperspectief. Door de vrij stugge veren worden oneffenheden duidelijk doorgegeven. Zonder ooit echt oncomfortabel te worden. Daar zorgt de meegaandheid van de terreinbanden op zijn beurt voor.

Heel zwaar offroadwerk hebben we de Quartermaster in onze testweek niet voor de wielen gegooid. Maar door het modderige en uitgesleten tractorspoor dat we zijn gepasseerd voor de sfeerbeelden ploegde de pick-up zich dermate makkelijk dat we er vanuit gaan dat het al bijzonder extreem moet worden wil deze 4X4 de handdoek gooien. 

Da's een ander verhaal in de urban jungle. Vooral zijn lengte speelt hem daar parten, waardoor de Quartermaster op, pakweg, een supermarkt instant in de problemen komt. Dit ding weggezet krijgen, vergt namelijk een parkeerplek-en-een-half.

Prijs Ineos Quartermaster

Anders dan de Grenadier krijgt de Quartermaster wel een van de meeste toeters en bellen ontdane basisuitvoering. Wat de financiële pil enigszins verzacht tot 78.272 euro. Het maakt daarbij trouwens niet uit of je dan kiest voor de benzine dan wel de diesel. Beide motoren staan gelijk geprijsd.

Mag het wat meer zijn, dan kan je - net als bij de Grenadier - opteren voor de Trailmaster- dan wel de Fieldmaster-uitvoering. Een keuze waarvoor je dan wel al 87.708 euro afdraagt. Opnieuw ongeacht welke aankleding je preferreert. Ook de aankledingsniveaus staan gelijk geprijsd.

De Trailmaster focust op het terrein (met bijvoorbeeld de drie te blokkeren sperren en een snorkel als standaard uitrusting), terwijl de Fieldmaster (zoals onze testversie) zich richt op meer comfort en luxe. Waarna je nog tonnen geld uit kan geven aan opties die je Trailmaster behaaglijker maken dan wel extra's om de Fieldmaster beter uit de voeten te laten kunnen op onverhard. 

We geven ook nog even mee dat pick-ups al even geen fiscaal voordeel meer genieten als je ze als particulier aanschaft. Toch iets om - zeker in Vlaanderen - rekening mee te houden. De BIV bedraagt in dat geval namelijk 13.694,25 euro.

• • Ineos Quartermaster: vanaf 78.272 euro
  • Ineos Quartermaster Trailmaster: vanaf 87.708 euro
  • Ineos Quartermaster Fieldmaster: vanaf 87.708 euro

Verdict Ineos Quartermaster

Bedient de Ineos Grenadier een niche dan wordt dat een niche binnen die niche voor de Quartermaster. Ook in de pick-up ligt de focus dermate op terreinvaardigheid dat het gebruikscomfort er stevig bij inschiet als je het ding terug het asfalt op draait. Vooral de grote draaicirkel en asociale omvang blijken struikelblokken in die bewoonde wereld. Wat ons louter voor boomverzorgers, berghutbewoners én – de uitgesproken doelgroep – gefortuneerde landgoedeigenaars een overkomelijk euvel lijkt.