Eerste test / Subaru Forester

De Subaru Forester bestaat intussen elf jaar, en in die tijd is hij altijd een soort kruising geweest die de voordelen van een klassieke gezinsbreak en de troeven van een SUV wilde verenigen. Maar hoe interessant dat op papier ook mag klinken, in de praktijk wist dit hybridische model slechts weinig klanten over de streep te trekken (inwoners van bergachtige gebieden niet te na gesproken). Het probleem zat hem vooral bij de motoren: de benzines hadden de reputatie aan de dorstige kant te zijn, en een diesel werd niet aangeboden.

De derde generatie Forester wil nu een ruimer publiek aanspreken. In de eerste plaats door zijn uiterlijk, dat dichter aansluit bij dat van echte SUV's, maar daarnaast ook door zijn motoraanbod aan te passen: de viercilinder-boxers op benzine werden geoptimaliseerd, en nog belangrijker is dat eind dit jaar een boxer-diesel verkrijgbaar wordt. Hoewel de Forester zijn discrete lijnenspel behoudt, oogt hij toch een pak forser dan zijn voorganger, met name doordat hij een flink stuk gegroeid is. Die groeistuip komt zowel de uitstraling (en standing) van het model als de binnenruimte ten goede. Ook de koffer werd groter: ze heeft voortaan een basisinhoud van 450 liter, of 38 liter meer dan bij de vorige Forester. Dat kan tellen...

Het interieur van de Forester kreeg een wat meer klassevolle uitstraling. Ook de kwaliteit van de stoelen valt op, zowel voor- als achterin, net als de vele en handige opbergvakken.

Technisch is de Forester gebaseerd op de recente Impreza. Het onderstel (met McPhersons voor en dubbele driehoeken achter) en de vierwielaandrijving zijn eveneens afkomstig uit Subaru's middenklasser. In afwachting van de diesel (de tweeliter-boxer uit de Legacy), die pas tegen het einde van het jaar wordt verwacht, is de Forester alleen verkrijgbaar met de tweeliter- boxer op benzine. Deze krachtbron onderging tal van aanpassingen, met het oog op een beter rendement en, vooral, een lagere uitstoot. Uiteindelijk speelt de boxer weliswaar 8 pk kwijt (150 in plaats van 158 pk), maar wint hij 10 Nm, terwijl zijn gemiddelde normverbruik met bijna een volle liter daalde (van 9,3 naar 8,4 l/100 km).

Van bij de eerste meters valt het verzorgde ophangingscomfort van deze SUV op. Dat betere comfort is des te indrukwekkender omdat het niet ten koste gaat van de dynamische kwaliteiten van deze Subaru. Een rist haarspeldbochten bevestigt die indruk: de Forester is nog altijd een ?rijders-SUV?, die een goede efficiëntie aan een degelijk algemeen evenwicht koppelt. De enige smet op het blazoen komt van de flat four op benzine, die een beetje tonus lijkt te missen, zeker bij lage toeren. We kijken uit naar de diesel.

De nieuwe Forester heeft alles in huis om een plaats te veroveren op de Europese markt. Uiterlijk leunt hij nu dichter aan bij een klassieke SUV, een autotype dat het nog altijd uitstekend doet in de verkooplijsten. Hij wordt nu eindelijk verkrijgbaar met een diesel... tegen het einde van dit jaar.