Detailtests / Mercedes GLC 220d 163 : metamorfose

Mercedes lanceerde de GLK in 2008 op het salon van Peking, met als duidelijke bedoeling om te kunnen doordringen in het groeiende segment van de premiummiddenklasse-SUV’s. Mercedes’ antwoord op de Audi Q5 en BMW X3 wist echter nooit het succes van zijn gedoodverfde rivalen te evenaren. Hij had zijn intrinsieke kwaliteiten – een hoogstaand comfort gecombineerd met een plezierig rijgedrag – maar zeulde een paar beperkingen met zich mee, zoals een te kleine koffer, smalle achterdeuren en een wel heel erg karikaturaal uiterlijk, met veel scherpe hoeken en een bijna verticale voorruit.

Vandaag probeert Mercedes het opnieuw, met de GLC. Volgens de herwerkte marketingstrategie bij de constructeur moet die nieuwe naam de positionering van het model in het gamma verduidelijken: de GL staat voor ‘cross-over of SUV’, de C voor het feit dat hij in hetzelfde segment speelt als de C-Klasse – waarop hij technisch trouwens volledig is gebaseerd. 

Bij de nieuwe naam hoort ook een volledig ander uiterlijk, dat met zijn ronde vormen veel conventioneler is... maar daardoor ook veel minder karakter heeft dan dat van de GLK. Na de GLE Coupé, die een vrij schaamteloze kopie lijkt van de BMW X6, zien wij in de GLC heel veel stijldetails van producten van een andere Duitse groep, want vooral schuin achteraan blijven we er maar VW Touareg- en Porsche Cayenne-trekjes in herkennen.