Detailtests / Abarth 500e: Kunst-en-vliegwerk

Eerst en vooral hoedje af voor het werk van de ingenieurs, die erin geslaagd zijn om ons een auto voor te schotelen die esthetisch trouw blijft aan zijn roots – we spreken uiteraard eerder over de ‘New’ 500 uit de jaren 2000 dan over de originele ‘Nuova’ 500 uit 1957 – maar die tegelijk technisch helemaal bij de les is. De hoogspanningsbatterij (één pakket van Samsung-cellen van 295 ­kilogram zwaar) werd zoals wel vaker bij EV’s in de vloer geïntegreerd, tussen de voor- en de achteras. Dat garandeert meteen een evenwichtige verdeling van de massa en een lager zwaartepunt.
De Abarth neemt enkel de ‘grote’ batterij uit de Fiat 500e over, goed voor een bruikbare capaciteit van ongeveer 38 kWh (42,2 kWh bruto). Ook de oplaadmogelijkheden zijn dezelfde: op wisselstroom kan de 500e driefasig laden met 11 kW, terwijl hij aan een snellader op gelijkstroom vermogens aankan tot 85 kW. Dat lijkt niet veel, maar aangezien de batterij niet al te groot is, is het ruim voldoende – in elk geval volstaat drie kwartier om een lege batterij weer tot 80 procent van haar capaciteit te brengen. De Mode 3-laadkabel voor aan een laadstation is altijd inbegrepen, voor de Mode 2-kabel (voor een gewoon stopcontact) rekent het merk 350 euro aan. De batterij onderweg opladen met behulp van energierecuperatie tijdens het remmen is ook mogelijk, al werkt die elektrische motorrem slechts in twee van de drie rijprogramma’s (Turismo en Scorpion Street) – later daarover meer. 
De elektromotor is net als in de Fiat nog altijd afkomstig van GKN en van het synchrone type met permanente magneten, maar zijn vermogen en koppel werden wel opgetrokken naar 155 pk en 235 Nm, een winst van 37 pk en 15 Nm. In de wandelgangen wordt al gefluisterd dat deze GKN-motor vlotjes in staat moet zijn tot 200 pk en meer, maar over een eventuele krachtigere versie houden ze bij Abarth voorlopig de lippen stijf – allicht om de lancering van deze 500e niet al te veel te compromitteren.
Hoe dan ook hebben de Italianen hier zeker geen half werk geleverd. Kijk maar naar de specifieke en ingekorte overbrengingsverhouding (10,2:1 tegenover 9,6:1 voor de Fiat), die een nerveuzer karakter en flitsendere acceleraties moet verzekeren. Of naar het opgewaardeerde remsysteem, met achteraan schijven in plaats van trommels. Voor de rest krijgt de Abarth 500e stugger afgestelde veer-dempercombinaties en bredere velgen met daarrond speciaal voor dit model ontwikkelde Bridgestone Potenza’s. Uiteraard kan hij ook nog altijd rekenen op een heel arsenaal aan rijhulpsystemen, zoals een cruisecontrol, een automatische noodremfunctie en, op de Turismo, een dodehoekcontrole. Ook van de partij is een actieve spoorassistent… die gelukkig makkelijk buitenspel kan worden gezet.