Test Review 2022 Renault Arkana 1.3 TCe 160

8 foto's

Prijs

Concept

Met de Arkana wil Renault als mainstreamconstructeur een graantje meepikken van het succes van de zogenaamde SUV-coupés (of coupé-SUV’s, het is maar hoe je het bekijkt) in de premiumsegmenten. Het blijft natuurlijk een concept dat een beetje wringt: een coupé associeer je met knappe looks en sportieve prestaties, terwijl een SUV vooral geacht wordt ruim en praktisch te zijn en doorgaans juist minder performant is (én meer verbruikt) dan een ‘klassiek’ model dat lager op zijn poten staat en minder log en zwaar is. Maar goed, we moeten wel toegeven dat de Arkana er erg elegant uitziet, en dat kunnen we niet van al zijn soortgenoten zeggen… Wel betreuren we dat Renault blijkbaar vond dat een ruitenwisser achteraan de lijn zou verstoren, met als resultaat dat het zicht naar achteren bij regenweer niet optimaal is.

Bij zijn lancering werd de van de Captur afgeleide Arkana aangeboden met slechts twee motorversies. Instapper van dienst was – en is nog steeds – de 1.3 TCe met mildhybridetechnologie, die 140 pk ontwikkelt. Daarnaast kon de Franse, maar in Zuid-Korea gebouwde SUV-coupé van in het begin net als de Clio en de Captur worden besteld als (niet-oplaadbare) E-Tech Hybrid. Die combineert een 1.6 op benzine met twee elektromotoren, goed voor een gecumuleerd vermogen van 145 pk.

Ondertussen werd het aanbod dus uitgebreid met een krachtigere versie van de 1.3 TCe, die 20 pk extra in de aanbieding heeft. Dat is echter zowat het enige verschil, want het zijn nog altijd uitsluitend de voorwielen die worden aangedreven via een gerobotiseerde versnellingsbak met dubbele koppeling en zeven verhoudingen. En net als de TCe 140 kan ook deze 160 pk-variant rekenen op een starter-alternator die dankzij de hulp van een lithium-ionbatterij onder de passagiersstoel vertragingsenergie omzet in elektriciteit en daarmee de benzinemotor een extra duwtje kan geven op cruciale momenten.

Met die kanttekening dat systeem ook hier slechts op een spanning van 12 volt werkt, terwijl bij de concurrentie 48 volt steeds gebruikelijker is voor dergelijke systemen. Maar goed, gezien het al bij al nog altijd bescheiden vermogen is het duidelijk dat Renault daarmee vooral de benzinemotor wil ontlasten met het oog op een (iets) lager verbruik, en dat het dus niet per se de bedoeling was om de prestaties te verbeteren.

Laat je dus niet misleiden door de benaming R.S. Line, het enige afwerkingsniveau waarin de Arkana TCe 160 wordt aangeboden. Wat betekent dat hij standaard komt met heel wat extra uitrusting, zoals elektrisch verstelbare en verwarmbare voorstoelen, een met leder omrand en eveneens verwarmbaar stuurwiel, navigatie, digitale instrumenten, 18-duimwielen en natuurlijk wat extra opsmuk binnenin en aan de buitenkant. Voor alle duidelijkheid: de E-Tech Hybrid en de TCe 140 zijn net zo goed te krijgen in dit uitrustingsniveau.

Rijgedrag

In de tests van de Arkana TCe 140 en de E-Tech Hybrid haalden we al de loftrompet boven over het compromis comfort-weggedrag van het model, en dat kunnen we hier gerust herhalen. Ook hier wordt het koetswerk goed ondersteund, zodat de auto – toch zeker voor een SUV-achtige – mooi vlak door de bocht gaat, en toch betaal je daar niet of nauwelijks een prijs voor qua comfort. Niet dat we daar zo erg verrast door waren, want de constructeur met de ruit geniet op dat vlak een vrij goede reputatie. Het maakt van de Arkana samen met het verzorgde en goed zittende interieur een aangename metgezel voor zowel korte als lange ritten.

Een sprinter is de Arkana zelfs met 160 pk onder de motorkap echter niet. Hij is logischerwijs wat vlotter dan de versie met 140 pk (die maar net onder de 10 seconden weet te blijven voor het sprintje van 0 tot 100 km/u), maar het is nu ook niet dat je in je stoel geplakt wordt. Hij heeft het dan ook meer voor een vlotte dan voor een echt sportieve rijstijl, al moeten we toegeven dat zijn kleine viercilinder niet onaardig klinkt wanneer hij wordt uitgeperst. Wel merkten we in vergelijking met de minder krachtige uitvoeringen dat de voortrein op lichtjes vochtig wegdek soms naar grip moet krabbelen, zeker wanneer je per ongeluk wat te veel gas geeft bij het afdraaien.

En dat gebeurt weleens, want in de standaardrijmodus is de sturing van de versnellingsbak dermate op comfort gericht dat je zou zweren te maken te hebben met een klassieke automaat waarvan de koppelomvormer stevig slipt om schokken te vermijden. Je hebt dan soms de neiging om extra gas te geven (te veel), met alle gevolgen vandien. Ook bij het manoeuvreren kan dat gebrek aan daadkracht soms vervelend zijn. De Sport-modus past daar wel een mouw aan, maar die kan dan weer wat schokkerig zijn in stadsverkeer. Maar eenmaal in beweging valt er ongeacht de geselecteerde rijmodus weinig aan te merken op de EDC-bak, want dan schakelt hij oordeelkundig en zacht.

Wat het verbruik betreft, bleek onze Arkana TCe 160 wel iets dorstiger dan de TCe 140 die we afgelopen zomer aan de tand voelden, want met ongeveer 8 l/100 km lag ons testgemiddelde zo’n liter hoger. Ter verdediging van onze testauto kunnen we weliswaar aanvoeren dat hij nog niet zoveel kilometers achter de wielen had en dat hij bovendien op winterbanden stond (die doorgaans een minder goede rolweerstand hebben). Maar sowieso zal je in de praktijk toch een half litertje meer mogen rekenen dan met de basismotor, hoewel Renault voor beide versies een identiek WLTP-normverbruik opgeeft (5,8 l/100 km, voor een CO2-uitstoot van 131 g/km).

Verdict

De Arkana ziet er niet slecht uit, terwijl zijn ‘coupé’-look niet echt afbreuk doet aan de functionele aspecten. Zijn interieur is allerminst een straf om in te vertoeven, noch voor-, noch achterin, en hij rijdt minstens even aangenaam als de TCe 140 en de E-Tech Hybrid, terwijl hij iets betere prestaties kan voorleggen zonder te sportief te worden. Bovendien is de meerprijs ten opzichte van de TCe 140 in hetzelfde uitrustingsniveau beperkt (slechts 1.300 euro). Liefhebbers van het SUV-coupé-genre vinden in deze Renault in ieder geval een redelijk alternatief, want bij de premiummerken ben je heel wat meer geld kwijt voor zo’n aflopende daklijn.