Model Audi R8 Coupé 2021

De in 2015 gelanceerde en in 2019 opgefriste tweede generatie van de R8 behoudt de typische lijn van zijn voorganger. Hij werd destijds samen ontwikkeld met de racewagen R8 LMS, waarmee hij de helft van zijn onderdelen deelt. Door dakstijlen en een middentunnel van koolstofvezel te gebruiken daalde het gewicht met 15 procent en nam de stijfheid met 40 procent toe. Binnen in de auto heerst ook een echte racesfeer. Doordat het multimediascherm naar het instrumentenpaneel verhuisde, beschikt de bestuurder over een ‘virtuele cockpit’, met onder andere een bandentemperatuurmeter en een g-krachtenmeter. Alles is met de grootste zorg afgewerkt, zoals we dat van een Audi gewend zijn.

De R8 – leverbaar als coupé en als Spyder – blijft de atmosferische V10 met cilinderuitschakeling trouw. Hij bestaat als vierwielaangedreven Quattro met 620 pk en als achterwielaangedreven RWD met 570 pk (of eveneens 620 pk voor de RWD GT). Voor de vierwielaandrijving werd de viscokoppeling vervangen door een gestuurde meerschijvenkoppeling, die de krachtverdeling continu aan de omstandigheden aanpast en tot 100 procent van het koppel naar elke as afzonderlijk kan sturen. Dankzij vier modi kan het rijprofiel worden aangepast. Daarbovenop komen nog eens drie standen om de trekkracht te optimaliseren. De zwaardere Spyder boet dynamisch amper iets in tegenover zijn gesloten broer. Wel weet het stoffen windscherm de inzittenden niet altijd even efficiënt te beschutten tegen turbulenties.

De Audi R8 is nog altijd efficiënt en goedmoedig en leent zich dus perfect voor dagelijks gebruik, zonder uitstapjes naar het circuit uit te sluiten. Het mooie weer maak je in de Spyder. Voor wie het zich kan veroorloven, is dit ook een van de laatste kansen om nog een keer van een atmosferische V10 te genieten voor dat type motor sneuvelt.