De derde generatie van de Ceed kwam in 2018 op de markt en kreeg voor 2022 een kleine update (nieuwe neus, andere koplampen, nieuw logo en opgewaardeerde rijhulpsystemen). Binnenin werd daarbij duidelijk werk gemaakt van een betere look, al blijft het geheel nogal somber ogen, de digitale instrumenten van de duurdere versies ten spijt. De stoelen geven dan weer een goede steun en zitten aangenaam. Ook achterin is er behoorlijk wat ruimte, zonder dat de Ceed op dat vlak records breekt. Onderweg biedt deze Koreaan een uitstekend compromis tussen comfort en wegligging. Ook het stuurgevoel draagt zijn steentje bij tot het rijplezier. Heel wat rijhulpsystemen zijn verkrijgbaar – al zijn de meeste voorbehouden voor duurdere versies of in een pakket bij te bestellen.
Ondertussen heeft Kia het motorenpalet van de Ceed herschikt en daarbij een aantal aandrijflijnen geschrapt. Zo is de 204 pk sterke 1.6-benzine niet langer verkrijgbaar, net als de 1.6 CRDI-diesel. De basismotor is de drukgevoede 1.0 T-GDi-driecilinder van 100 pk. Die is ook verkrijgbaar met een zeventrapsautomaat met dubbele koppeling en mildhybride technologie op 48 volt... waarvan de batterij een kleine 40 liter van het koffervolume opeist. Daarboven nestelt zich de eveneens drukgevoede 1.5-viercilinder van 140 pk, met naar keuze een handgeschakelde bak of een gerobotiseerde zevenbak met dubbele koppeling.
De Ceed is inzake weggedrag en comfort tot volle wasdom gekomen. Bovendien is hij ook met zijn uitrusting volledig bij de tijd, onder meer op connectiviteitsvlak. Kortom, dit is een zeer homogeen aanbod, met bovendien een aantrekkelijk waarborgpakket.
