Ecologie / Regeneratie van roetfilters kan problemen veroorzaken

De ngo Transport & Environment, die strijdt tegen de vervuiling van auto’s, heeft aan het onafhankelijke laboratorium Ricardo gevraagd om vervuilingstests op de rollenbank uit te voeren. De ngo heeft ook tests uitgevoerd op de openbare weg met een Nissan Qashqai 1.5 dCi en een Opel Astra 1.6 Diesel die voldoen aan de Euro 6d-Temp-normen (nvdr: sinds 1 januari 2020 moeten nieuwe modellen voldoen aan de strengere Euro 6d-normen). De tests wijzen op een probleem tijdens de regeneratie van de partikelfilters.

Regeneratieprobleem

T&E heeft vastgesteld dat de Euro 6d-Temp-motoren over het algemeen de fijne deeltjes van de interne verbranding correct wegfilteren. Maar de auto’s moeten regelmatig vastgeraakte deeltjes op hoge temperaturen regenereren. Tijdens deze fase stuurt de auto een grote hoeveelheid fijne deeltjes in de lucht, wat nog problematischer is wanneer het systeem wordt ‘geactiveerd’ in de stad. De ngo heeft vastgesteld dat het probleem ongeveer 15 km lang duurt. Maar de filters zijn ook de 30 km nadien minder effectief. Daarnaast heeft T&E berekend dat dit proces zich gemiddeld elke 420 km herhaalt.

De kern van het probleem

De constructeurs zijn verplicht om filtersystemen te installeren om NOx en fijne deeltjes weg te filteren, terwijl ook de CO2-uitstoot omlaag moet. Ze moeten bovendien voldoen aan de opgelegde normen. De geteste auto’s voldoen nog aan de oude Euro 6d-Temp-norm, terwijl de nieuwere Euro 6d-norm het probleem al onder de knie zou moeten hebben. Bovendien kunnen auto’s die vaker op de snelweg rijden de deeltjes passief laten regenereren, wat in principe de bedoeling is. Maar een auto die vooral in de stad wordt gebruikt moet dit proces ‘actief’ uitvoeren als de filter is verzadigd, wat in dit geval voor het vervuilingsprobleem zorgt.

De conclusie?

T&E heeft daadwerkelijk een probleem aangekaart dat een risico vormt op de volksgezondheid. Maar de ngo zou de tests nog eens opnieuw moeten doen met de nieuwere Euro 6d-motoren om al dan niet een significante daling vast te stellen van fijne deeltjes tijdens het regeneratieproces dankzij de nieuwste ontwikkelingen van de constructeurs. Maar de volgende milieunormen zouden rekening moeten houden met het regeneratieproces. Er zouden ook wetgeving en controleprocedures moeten worden ingevoerd om te voorkomen dat partikelfilters worden gedesactiveerd, doelbewust of door gebrekkig onderhoud. Tenslotte moet er worden opgemerkt dat er oplossingen bestaan om oudere motoren ook schoner te maken. Maar die systemen zouden moeten worden gesteund door de publieke autoriteiten om oudere motoren te laten voldoen aan nieuwere milieunormen.