Editoriaal / De dieselsaga, aflevering 487

Midden mei schrikte Volvo-CEO Hakan Samuelsson de autosector op met de mededeling (aan een journalist van de Frankfurter Allgemeine Zeitung) dat zijn merk vanaf 2023 geen dieselmotoren meer zou bouwen. Ongeveer op hetzelfde moment verklaarde zijn collega bij BMW, Harald Krüger, net het tegenovergestelde, namelijk dat hij niet inzag hoe BMW zijn klimaatdoelen zou weten te halen zonder de dieselmotor. Hmm… wie heeft hier gelijk? Wel, het zal u misschien verrassen, maar beiden hebben het, in hun perspectief, bij het rechte eind. Om dat te begrijpen moeten we ons in de schoenen van de bewuste personen verplaatsen. Volvo is een kleinere speler die een groot (en nog steeds groeiend) deel van zijn cliënteel buiten Europa heeft , in eerste instantie in Noord-Amerika en meer en meer in China.

Dat zijn twee markten waar de gemiddelde consument absoluut geen boodschap heeft aan dieselmotoren voor personenauto’s. In China daarentegen is er een nog steeds stijgende interesse voor alternatieve aandrijvingsvormen, onder meer plug-inhybride en elektrisch. Het is dus niet onverstandig van de Zweden (met de Chinese eigenaar die over de schouder toekijkt) om hun relatief beperkte R&D-budget niet meer deels te spenderen aan de verdere ontwikkeling van zelfontbranders, maar voluit te gaan voor hybride en elektrisch, door velen aanzien als aandrijfvormen van de toekomst.

Natuurlijk heeft de Duitse journalist het verkeerd verstaan dat Volvo de productie en levering van zijn dieselmotoren al binnen vijf jaar geheel zal stopzetten. De Zweedse viercilinder-diesel is vrij recent van concept, en zo lang er een relatief grote vraag naar blijft bestaan (bijvoorbeeld in Europa), zullen de Zweden blijven produceren, desnoods met elders ingekochte systemen ter nabehandeling van de uitlaatgassen om aan de steeds stringenter wordende milieunormen te voldoen. Bij BMW spelen andere motieven. Ook die constructeur is een wereldwijde speler, maar op dit ogenblik wel vier keer zo groot als Volvo. Het Duitse merk verkoopt eveneens heel wat auto’s in de States en het Verre Oosten, maar zijn voornaamste markt blijft toch Europa.

Bovendien produceren en verkopen de Beiers (met veel winst) een heel pak auto’s met dikke motoren, maar die verbruiken natuurlijk ook veel, zodat er lager in de modellenpiramide ook heel wat auto’s met een zo laag mogelijke uitstoot aan de man moeten worden gebracht, zo niet komt BMW niet aan zijn klimaatdoelstellingen op het vlak van CO2-uitstoot. Een patstelling die momenteel enkel opgelost kan worden door nog veel diesels te verkopen, liefst in grotere modellen, waar het verbruiksverschil nog signifi cant is en waar de klanten makkelijk een ‘zakcentje’ kunnen bijpassen om de laatste snufj es qua effi ciëntie en uitstootzuivering te betalen. Zo heeft elkeen zijn waarheid en de ene is niet noodzakelijk juister dan de andere. Dit is geen zaak van fake news of alternatieve feiten, de waarheid is soms gewoon genuanceerder dan geheel wit of zwart…