Industrie en economie / Brexit: nog steeds geen deal, constructeurs ongerust

De coronacrisis en tegenstrijdige doelen en eisen hebben verhinderd dat het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie tot een akkoord konden komen voor de Brexit. Er blijven echter nog maar 15 weken over voor beide partijen om een handelsakkoord te vinden. Zonder akkoord zou de inwerkingtreding van Brexit aanzienlijke financiële gevolgen hebben die de Europese constructeursvereniging zorgen baren.

Belastingen en Covid-19

Zonder een ondertekend akkoord zijn er zware financiële gevolgen voor de merken – en uiteindelijk ook voor de klanten. Momenteel heft de EU een belasting van 10% op particuliere auto’s die worden geïmporteerd van landen buiten de EU, met tot 22% voor bedrijfswagens. Zonder overeenkomst zullen onze buren van over het Kanaal zich bij deze belasting moeten aansluiten. Een situatie die de meeste constructeurs in moeilijkheden zal brengen, aangezien de geringe marges zo’n meerprijs niet kunnen compenseren. Des te meer gezien de verliezen die zijn geleden door de Covid-19-pandemie, die al het economische model van de autosector heeft doen wankelen. De merken zullen dus geen andere keuze hebben dan een prijsinflatie door te rekenen op de verkoopprijs van de auto’s, ten nadele van de consumenten die dan eerder geneigd zouden kunnen zijn om op de tweedehandsmarkt te shoppen.

Geïsoleerd = verzwakt

Als deze tendens zou worden bevestigd, zouden de gevolgen voor werkgelegenheid en financiële gezondheid voor de Britse constructeurs nog veel zwaarder zijn dan die van de EU-lidstaten. Volgens de ACEA zou de rekening voor het werk- en inkomstenverlies 110 miljard euro bedragen. De zwaar getroffen en geïsoleerde merken zouden niet allemaal in hetzelfde schuitje komen te zitten, met de duurste merken – Rolls-Royce, Bentley, Aston Martin – die kunnen vertrouwen op klanten voor wie de verkoopprijs geen belangrijke factor is bij de aankoopbeslissing. Maar Jaguar-Land Rover en Nissan, dat heel wat Europese modellen produceert in het VK, zouden er meer last van hebben en het zelfs heel moeilijk hebben om te herstellen. Zelfs McLaren heeft zijn mooiste bezit moeten verkopen om te overleven na de coronacrisis.

Naast de constructeurs zouden ook de consumenten op de Britse eilanden lijden onder een gebrek aan een handelsakkoord, aangezien de prijs van nieuwe auto’s in sommige gevallen aanzienlijk kan stijgen, terwijl de koopkracht net vermindert door de globale recessie als gevolg van Covid-19. De druk op de onderhandelaars neemt dus nog toe. De ACEA – die wordt gesteund door de nationale verenigingen, waaronder Febiac – roept op tot een snelle en effectieve voortgang van de onderhandelingen, toch zeker voor de autosector, die zwaar weegt voor de economische gezondheid van beide partijen aan de onderhandelingstafel.