Mobiliteit / Nederland: meer verkeer en toch minder files

Al wie door Nederland rijdt, is vol lof over de kwaliteit van het wegennet: glad en comfortabel asfalt, duidelijke en goed onderhouden verkeersborden, variabele panelen, een dynamisch rijstrookbeheer en een duidelijke hiërarchisering van de wegen. Soms vergt dat toegevingen, zoals een lagere snelheidsbeperking bij het naderen van een grote stad of wanneer meer verkeer wordt verwacht, maar ook steden die stimuleren om de auto buiten het centrum op een parking achter te laten. Maar de inspanningen lonen, want het jaarlijkse filerapport van het ministerie van Leefmilieu van Nederland stelt vast dat er minder files waren ondanks een toename van het verkeer. Het beste resultaat is genoteerd op de A1-snelweg van Amsterdam naar de Duitse grens: 80 procent minder files ondanks 13 procent meer verkeer.

Het geheim

In tegenstelling tot wat vele regeringen beweren, namelijk dat meer asfalt ook meer files veroorzaakt, heeft Nederland toch ingezet op een verhoging van het aantal wegen en rijstroken. Verder is werk gemaakt van een herstructurering van bepaalde problematische verkeersknooppunten om daar de files te verminderen. En daarmee is het nog niet gedaan, want tegen 2030 komt er nog 1.000 kilometer aan extra rijstroken, wegen en op- en afritten bij. Dat alles kadert binnen het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Dat biedt een globale visie, want de Nederlanders beperken zich niet tot massale investeringen in hun wegennet. Hun regering werkt ook aan het openbaar vervoer en het treinnetwerk, en ook het watertransport wordt stevig ondersteund. In tegenstelling tot in België, waar alles is gedecentraliseerd en waar elke entiteit zijn eigen visie, organisatie en ‘oplossingen’ heeft. In België heerst vooral chaos en verwarring, met verschillende logica, budgetten, regels, verkeersborden en wegmarkeringen.

In alle veiligheid

Het werk dat de Nederlanders van hun mobiliteit maken, komt niet enkel de verkeersstroom ten goede. Nederland is ook een van de meest verkeersveilige landen ter wereld. En toch mag je er op de snelweg 130 km/u rijden, met evenwel beperkingen op bepaalde stukken. Buiten de bebouwde kom mag je 80 km/u, maar er zijn ook veel stukken waar dat 100 km/u is. Ook opmerkelijk: fietsers en zelfs bromfietsers moeten er geen helm dragen. De inrichting van het grondgebied is ongetwijfeld de sleutel tot het succes. Fietsers en bromfietsers hebben vaak voorbehouden rijstroken die zijn afgescheiden van die voor de andere voertuigen. De “turborotondes” zijn zo aangelegd dat je nooit moet twijfelen over welke rijstrook je moet nemen of zwakke weggebruikers in gevaar kan brengen. De toegelaten snelheid wordt weergegeven op het wegdek en op de kilometerpaaltjes langs de weg en voor parkeren gelden zeer strenge regels. Een zoveelste bewijs dat een intelligente en globale aanpak van de mobiliteit zowel de levenskwaliteit als de verkeersveiligheid ten goede komt.