Nostalgie / Mercedes viert 25 jaar W140, de S-Klasse met de bijnaam tank

Ook vandaag nog is een W140 een ontzagwekkende verschijning, meer dan 5 meter stevig staal, nog eens extra in de verf gezet door de voor zijn tijd zo typische rechte hoeken. Een Mercedes zoals een Mercedes eruit hoort te zien, een überauto waarvoor je de neiging hebt gedwee opzij te gaan.

Zo soeverein was de S-Klasse eind jaren '80 nochtans niet. Het kind van een moeilijke bevalling ook, getoonzet door andere autobouwers die plots hun eigen luxelimousine gingen bouwen en das Haus op eigen terrein de les kwamen spellen. De BMW 7 Reeks uit 1987 (E32) kwam met een V12 op de proppen, dat kon de almachtige constructeur uit Stuttgart niet laten gebeuren, dus stelden zij de lancering van de W140 met anderhalf jaar uit om ook een twaalfcilinder in de neus te kunnen leggen. Dan kwam Lexus met de eerste LS, de nieuwe referentie inzake raffinement. Alweer moest Mercedes op het laatste nippertje veranderingen doorvoeren om de Japanners van antwoord te dienen.

'Overontwikkeld'

Uiteindelijk werd de Mercedes S-Klasse in 1991 gelanceerd, na een ontwikkeling van liefst 10 jaar en een opgesoupeerd budget van naar verluidt zo'n 1 miljard euro (omgerekend). De W140 staat dan ook bekend als de meest 'overontwikkelde' Mercedes ooit, de bijhorende kosten en vertragingen kostten de kop van hoofdingenieur Wolfgang Peter. De auto was daardoor ook een kwart duurder geworden dan zijn voorganger. De opbrengst was evenwel ook niet onaardig, met meer dan 400.000 verkochte stuks (inclusief de coupé SEC).

Aan snufjes en nieuwigheden evenwel geen gebrek. Het was de eerste auto met via CAN-bus verbonden elektronica, een simpele kabelboom volstond niet meer voor alle toeters en bellen. GPS, spraakherkenning (beide vanaf 1995/1996), verwarmde en elektrisch inklappende zijspiegels, tweezonige airco, dubbele beglazing, adaptieve demping, xenonlampen, ESP, regensensoren: vandaag niets om van achterover te vallen, maar in 1991 waren het stuk voor stuk nieuwigheden. Halverwege zijn levenscyclus kreeg de S ook parkeersensoren, bij zijn lancering moest hij het doen met uitschuivende antennes op de kont om de afstand in te schatten.

Net zo innovatief was zijn relatief milieuvriendelijke natuur, veel van de gebruikte kunststof was gerecycleerd.

Voor 2.000 euro

Ook luchtvering stond op het lastenboek, maar dat kwam er pas bij zijn opvolger, de W220 uit 1998. De motoren: zescilinders op benzine of diesel, verder V8- en V12-benzines. Het neusje van de zalm was de S 73 AMG, met - jawohl! - een 7.3-V12 van 500 pk. Goed voor een dikke 100 stuks, de motor zou het later tot de Pagani Zonda schoppen.

Minder zeldzaam zijn de modalere exemplaren, een snelle zoektocht op de tweedehandsmarkt levert je zo tientallen exemplaren op, gaande van 2.000 euro voor een afgeleefd exemplaar tot zo'n 20.000 voor een blinkende W140 met weinig kilometers. Koninklijker kan je niet over de weg schrijden voor die prijs. Gelukkige verjaardag, onverwoestbare W140.