Wat oorspronkelijk een wagen voor het volk moest worden om over de nieuwe Reichsautobahnen van Hitler te kunnen rijden, werd uiteindelijk op de markt gebracht dankzij niemand anders dan de Britten. Na de Tweede Wereldoorlog liep de fabriek van Wolfsburg namelijk gevaar om gesloopt of ontmanteld te worden om naar Groot-Brittanië vervoerd te worden aangezien de Duitse autoproductie maar 10% van het niveau van 1936 mocht halen.
Ivan Hirst
Maar er was geen Britse interesse in de fabriek en de Britse majoor Ivan Hirst, die verantwoordelijk was voor de Wolfsburg-site, besloot de fabriek te heropenen om de Britten van auto's en de Duitsers van werk te voorzien. Hij wist de Britse militaire overheid te overtuigen om een order van 20.000 exemplaren van de Type 1, de toenmalige naam van de Kever, te nemen in augustus 1945.
De productie ging uiteindelijk van start op 27 december 1945, maar die verliep in het begin moeizaam door het gebrek aan voorzieningen voor de arbeiders en een tekort aan grondstoffen. In 1946 haalde de fabriek een tempo van 1.000 Types 1 per maand, een productieaantal dat doorheen de jaren steeds werd opgevoerd. De teller stopte uiteindelijk in 2003 bij 21.529.464 exemplaren, toen de laatste Kever in Mexico van de band rolde en Volkswagen al bekend stond als een van de grootste wereldspelers.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!