Detailtests / 2024 Mercedes CLE 200 Cabriolet (AMG Line)

Deze CLE 200 Cabriolet rijdt zoals hij eruitziet: netjes en relaxed. Ideaal dus voor rustige toerritjes, waarbij de (digitale) naald van de toerenteller zelden boven 2.000 o/m uitkomt. De onderstelarchitectuur is hoogst klassiek en bekend van de C-Klasse, met vooraan vier armen per wiel en achteraan vijf. Vanaf deze 200 wordt de CLE Cabriolet enkel aangeboden in AMG Line-uitvoering (enkel de CLA 180 bestaat ook nog in een Luxury Line), die de auto 1,5 centimeter dichter bij het asfalt legt en ook de veren en schokdempers lichtjes aanspant – maar zich daarbij hoedt voor al te radicale sportiviteit.

Onze testauto stond op de optionele twintigduimvelgen (kostprijs: 907 of 2.150,70 euro, afhankelijk van het gekozen design). Die zien er wel mooi uit, maar doen ons toch twijfelen: de banden waarmee ze geschoeid zijn, zijn niet zozeer breder dan die van de standaard-negentienduimers (245 millimeter vooraan en 275 millimeter achteraan), maar hun flanken zijn wel nog wat lager (35 in plaats van 40 vooraan en 30 in plaats van 35 achteraan), zodat ze het comfort aantasten. Dan zouden wij dat geld liever investeren in de actieve schokdempers van de Dynamic Body Control (1.089 euro), die de demping kan aanpassen aan de vier modi van de Dynamic Select (Eco, Comfort, Sport en Individual). Luchtvering is voor de CLE Cabriolet niet beschikbaar (terwijl ze dat nochtans wel is voor de huidige C-Klasse).

Sportieve inborst?

De weergoden waren ons gunstig gezind: we hebben zowat de hele test lang met de kap open kunnen rijden. Waarbij meteen de uitstekende structuurstijfheid opvalt: er is geen spatje torsie merkbaar, noch in het dashboard, noch in de voorruitstijl. Deze CLE Cabriolet ligt als een blok op de weg, waarbij vooral die opmerkelijke stabiliteit indruk maakt. Op bochtiger trajecten heeft hij er geen enkel probleem mee dat je het tempo opvoert; dankzij zijn achterwielaangedreven karakter en een stuur dat wat ­directer werd dan dat van zijn voorganger, weet hij daar zelfs een brede glimlach op je gelaat te toveren.

Versta ons niet verkeerd: echte sportievelingen zijn hier aan het verkeerde adres, daarvoor is deze CLE Cabriolet niet snedig genoeg. Hij nodigt ook helemaal niet uit om het gevecht met het stuurwiel aan te gaan, maar leent zich vooral tot een vreedzame en ontspannen manier van rijden, met zo min mogelijk stuurbewegingen. Wetende dat de gripgrens van zijn voortrein (onderstuur) ver genoeg ligt om af en toe ook eens wat meer vaart te maken als je dat wilt. Spijtig is wel dat de Cabriolet geen recht heeft op de optionele meesturende achteras van de Coupé – niet enkel voor de extra levendigheid die zo’n vierwiel­sturing meebrengt, maar wel omdat ze ook de draaicirkel van deze forse knaap had kunnen verkleinen.

Door weer en wind

Ook als het weer wat tegenzit, heeft deze chique cabrio alles in huis om een zacht ­microklimaat in zijn interieur te vrijwaren. Met om te beginnen verwarmbare stoelen (943,80 euro, ventilatie inbegrepen), maar ook stuurwielverwarming is mogelijk (in het Winter-pakket van 435,60 euro, samen met de verwarmbare ruitensproeiers). En dan is er natuurlijk de befaamde Airscarf, die via uitstroomopeningen in de rug van de voorstoelen warme lucht in je nek blaast. Heerlijk… op voorwaarde dat je ook de Aircap openklapt, want anders gaat het effect van de Airscarf verloren in de turbulenties.

Over die Aircap gesproken: we hebben de twee elementen waaruit die bestaat – een deflector boven de voorruit en een windscherm achteraan – bewust zo min mogelijk proberen te gebruiken. Omdat de vreemde deflector zoals op alle Mercedessen die ermee zijn uitgerust, de fraaie koetswerklijn komt ontsieren, maar ook omdat de Aircap van deze CLE Cabriolet niet altijd even efficiënt blijkt. Tot 90 à 100 km/u weert hij turbulenties aardig uit het interieur – zeker achterin.

Maar daarboven krijgt de rijwind toch de bovenhand en treden storende lucht­wervelingen op, die erg vermoeiend zijn op den duur. Bovendien hoor je bij bepaalde snelheden de wind ook fluiten rond de ­deflector zelf. Kortom, we zijn niet helemaal overtuigd. 

Meerlagige dakconstructie

We geven nog mee dat onze testauto ook beschikte over een klassiek windscherm (387,20 euro), al zien we niet goed in wat daarvan de meerwaarde is ten opzichte van de Aircap – het gepruts om dat scherm geïnstalleerd te krijgen, vloekt met de standing van deze cabrio. En bovendien maakt het de achterste zitplaatsen onbruikbaar. Hoe dan ook, of het nu is tegen de loden hitte van Californië of tegen de miezerige regen van ons klimaat, feit is dat je met een cabrio vaker gesloten dan open rijdt.

En dat heeft Mercedes goed begrepen, want de kap van de CLE is van uitstekende kwaliteit. Haar meerlagige structuur en de nauwkeurige manier waarop ze aansluit op het koetswerk, zorgen ervoor dat storende geluiden of water netjes buiten de auto worden gehouden, zelfs bij hogere snelheden.

Souplesse boven agressie

Zoals we hierboven al zeiden: de vreedzame insteek van deze CLE 200 Cabriolet rijmt niet echt met pure snelheid. Desondanks kun je maar beter je pet vasthouden wanneer je het gaspedaal helemaal wegtrapt, want met 7,4 seconden voor de sprint van 0 naar 100 km/u is deze CLE allesbehalve een slak, en op de Autobahn gaat hij door tot 250 km/u op de teller (236 km/u in werkelijkheid). Alleen mist dit aandrijfgeheel karakter. Zijn discrete en soepele werking zijn een zegen voor de alledaagse praktijk, maar er schuilt geen greintje verbetenheid in deze combinatie.

De negentrapsautomaat bijvoorbeeld is afgesteld op souplesse, niet op agressiviteit. Net zoals de elektronische ondersteuning het verbruik en het comfort dient, eerder dan de prestaties. Terwijl deze CLE 200 anderzijds toch nog niet echt die typische indruk van moeiteloosheid geeft die je associeert met een echte high-end cabrio; daarvoor moet je al bij de zescilinder van de CLE 450 gaan aankloppen.