Net zoals de benzinemodellen die hem voorafgingen, vertrekt ook de eerste elektrische Abarth van een al bestaande Fiat-basis, in casu de elektrische 500. Ook met een schorpioenlogo op de neus blijft hij beschikbaar als ‘coupé’ en als ‘Cabrio’, alleen de koetswerkvariant 3+1 ontbreekt. Naar goede gewoonte gaf Abarth het kleintje een opvallende look mee, met dikkere bumpers, een andere neus, zijschorten, een diffusor en specifieke velgen. Binnen zit je perfect in comfortabele kuipstoelen, terwijl het met alcantara overtrokken en afgeplatte stuurwiel een genot is om vast te nemen. Opvallend is ook hoe goed alles geassembleerd is. Achterin en in de koffer is de Abarth uiteraard even krap als zijn Fiat-donor.
De Abarth neemt enkel de ‘grote’ batterij uit de Fiat 500 over, maar zelfs die heeft maar een bruikbare capaciteit van ongeveer 38 kWh. Ook de oplaadmogelijkheden zijn dezelfde: op wisselstroom kan de 500e driefasig laden met 11 kW, terwijl hij aan een snellader op gelijkstroom vermogens aankan tot 85 kW. In de praktijk betekent dat dat je om de 200 kilometer (hoogdringend) een laadpaal moet opzoeken - voor een sportieve wagen lijkt dat toch wat vaak. Dit is dan ook eerder een dynamisch autootje voor de stad, waar de 500e door zijn snedige voortrein en de levendige reacties van zijn 155 pk sterke elektromotor uitzonderlijk vinnig voor de dag komt.
Eerder dan een volbloed sportieveling is de Abarth 500e vooral een dynamische, originele, maar vooral hippe stadsauto. Een iets exclusievere, iets pittigere en iets leukere variant op de elektrische Fiat 500, maar niet het bommetje dat hij tot dusver was. Die kunstmatige brom van zijn externe speaker ten spijt…