De eind 2021 gelanceerde Born – destijds Cupra’s eerste volledig elektrische model – is sterk verwant met de VW ID.3. De twee delen hun platform en ook hun lange wielbasis van 2,76 meter, maar het koetswerk verschilt enigszins: dat van de Cupra is veel agressiever en getooid met de typische koperkleurige accenten eigen aan het Spaanse merk. Ook in het dashboard kun je de link met de ID.-modellen herkennen, hoewel de hogere middenconsole hier wel meer een cockpitgevoel creëert en de materialen een betere kwaliteitsindruk maken. De volledig digitale interface is echter ook bij de Born van de partij, met alle gevolgen van dien voor de ergonomie.
De Born is verkrijgbaar met een keuze uit drie aandrijflijnen. De eerste twee zijn beide 170 kW (231 pk) sterk en achterwielaangedreven. Het verschil zit hem in het batterijpakket, met naar keuze een capaciteit van 62 kWh (59 bruikbaar) of 82 kWh (77 bruikbaar). Daarmee raakt de Born respectievelijk 426 of 550 kilometer ver, terwijl hij opgeladen kan worden met respectievelijk 165 kW of 175 kW. Helemaal nieuw is de sportieve ‘VZ’-uitvoering met achterwielaandrijving, een vermogen van 240 kW (326 pk) en een koppel van 545 Nm, goed voor een sprint van 0 naar 100 km/u in 5,7 seconden. En toch brengt zijn 84 kWh batterijpakket (79 bruikbaar) je officieel tot 591 kilometer ver en laadt hij ook nog eens sneller (185 kW DC). Hij krijgt bovendien een sportiever afgestelde ophanging.
Wie de Volkswagen ID.3 te braaf vindt, krijgt met deze Cupra Born een sportiever aangekleed alternatief dat veel meer karakter uitstraalt, beter afgewerkt is en – in de topversies althans – ook nog eens prettiger rijdt. Of dat ook de meerprijs rechtvaardigt, is een andere vraag.
