Generatie zes van de Honda CR-V is sinds de herfst van 2023 in ons land te koop. Enkel nog als hybride, al blijft de versie op waterstof (e:FCEV) in de VS en Japan. De passagiers achterin genieten erg veel beenruimte, die je nog kunt vergroten doordat de achterbank verschuifbaar is over 19 centimeter. Ook de hellingsgraad van de rugleuning laat zich verstellen. De stuurhut combineert een voorbeeldig gebruiksgemak met een smaakvolle vormgeving. Honda’s multimediasysteem, met centraal aanraakscherm van 9 duim, oogt ietwat verouderd, maar blijft naar behoren functioneren. De standaarduitrusting is uitgebreid en omvat ook een heel arsenaal aan rijhulpsystemen, die in de praktijk echter vooral op de zenuwen werken.
De onderbouw is een uitgerekte versie van die van de Civic, met vooraan MacPhersons en achteraan een meerarmige ophanging. Een prettige basis, al is de afstelling hier voelbaar wel meer op onderstuur gericht. Voor de aandrijving laat de CR-V de keuze uit de zelfladende hybride (e:HEV), een vierwielaangedreven variant daarvan (met een multiplatenkoppeling, en dus niet via een bijkomende elektromotor) en een oplaadbare PHEV-uitvoering. Die laatste haalt 80 elektrische kilometers uit zijn 17,7 kWh-batterij, maar zijn meerprijs ligt te hoog om deze e:PHEV budgettair interessant te maken. Temeer omdat de ‘gewone’ hybride ook al een laag benzineverbruik laat optekenen.
De Honda CR-V paart door-en-door rationele argumenten, zoals een ruim en functioneel interieur en een laag verbruik, aan verleidingskracht, met die sobere en strakke lijn en dat piekfijne interieur. Een knap aanbod, en dan vooral als zelfladende e:HEV.
