De huidige Captur debuteerde eind 2019 en rust op het CMF-B-platform, dat we ook terugvinden onder de Clio en de Nissan Juke. Deze tweede generatie is 4,24 meter lang en kan nog altijd beschikken over een verschuifbare achterbank, waarmee je het koffervolume kunt uitbreiden tot een knappe 536 liter en toch vijf zitplaatsen behoudt. Voorin is het dashboard rechtstreeks overgenomen uit de Clio, inclusief het verticale tabletscherm, dat in zijn topversie 10 duim groot is. Voor de neus van de bestuurder werden de klassieke wijzerplaten vervangen door een multifunctioneel scherm (van 7 tot 10 duim). Ook de afwerking staat een trapje hoger.
Het weggedrag is over het algemeen efficiënt te noemen. De ophanging houdt koetswerkbewegingen netjes onder controle, zonder dat ze droog of schokkerig aanvoelt. Het motorgamma begint bij de 1.0 TCe op benzine van 90 pk met een manuele bak, met daarboven de mildhybride 1.3-viercilinder van 160 pk en een automaat. De diesels zijn uit de prijslijst verdwenen, net als de lpg-versie van de 1.0 en de plug-inhybride. DIe werd vervangen door een zelfopladende hybride, hetzelfde systeem als dat van de Clio. Het aandrijfgeheel combineert meerdere elektromotoren en een atmosferische 1.6-benzine, samen goed voor een totaalvermogen van 143 pk.
De Renault Captur gooit enkele stevige troeven op tafel: zijn moduleerbaarheid en binnenruimte, zijn praktische aspecten, zoals koffervolume en opbergruimte, en zijn wegligging. Zijn kwaliteitsindruk is aanzienlijk verbeterd in vergelijking met het vorige model, en de motoren zijn modern en aangenaam. De Captur biedt verder een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding. Een vaste waarde in dit segment.