Met uitzondering van een paar zeldzame merken zoals bijvoorbeeld Mazda hebben zowat alle constructeurs zich de afgelopen jaren op het pad van de downsizing gestort. Dat betekent dat de cilinderinhoud soms tot in het extreme wordt verkleind en dat deze kleine motoren worden gecombineerd met drukvoeding zodat bij het dagelijkse rijden de prestaties worden geleverd van een veel grotere motor. Je moet geen genie zijn om de voordelen van deze technische oplossing in te zien: tijdens de huidige officiële verbruikstests, die de motor erg weinig belasten, zetten deze kleine krachtbronnen erg knappe normverbruikscijfers neer. Bij een realistisch gebruik daarentegen helpt het turbo-effect om mooie prestaties te behouden. Maar het reële verbruik van deze motoren stijgt daarbij wel gevoelig.
Strengere cyclus
De constructeurs zullen hun strategie echter moeten herzien. Volkswagen-baas Herbert Diess bevestigde dat met zoveel woorden aan onze Britse collega’s van The Telegraph. Volgens hem komt er binnen de VW-groep “geen motor onder de 1.0-turbobenzinedriecilinder”. Hij voegde ook toe dat de dieselmotoren van de groep “allemaal minstens 1,6 liter groot zullen zijn”. Die strategie kan worden verklaard door de nakende komst van de nieuwe normverbruikscyclus. Die vervangt de huidige, erg controversiële cyclus en zal veel meer periodes van gemiddelde of sterke acceleratie kennen. Onder dergelijke omstandigheden verstoken de kleine gedownsizede blokken veel meer. Bovendien ontwikkelen ze dan meer warmte, wat de behandeling van de uitlaatgassen bemoeilijkt en dus de uitstoot van CO2, NOx en niet-verbrande brandstofdruppels verhoogt.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!