Ze worden overal verzuimd, maar de vervuilende emissies aan de uitlaat zijn niet de enige bron van luchtvervuiling gelinkt aan het wegverkeer. Met de komst van elektrische mobiliteit zouden tegen 2035 de emissies naast de uitlaat zelfs de belangrijkste oorzaak van luchtvervuiling moeten worden.
Rijden is vervuilen
Het spreekt voor zich dat de overgang naar uitsluitend elektrische mobiliteit - voor zover dat echt zal gebeuren - de uitstoot van vervuilende stoffen (CO2 en fijn stof) van het wegverkeer drastisch zal verminderen. We spreken hier echter niet van de vervuiling over de hele levensduur van de auto, maar enkel de vervuiling die komt van het rijden. En ook met een elektrische auto vervuil je nog steeds als je gaat rijden. Naast de verbrandingsmotor hebben ook de slijtage van de remen, banden en het wegdek een invloed op de luchtkwaliteit. Deze vervuilingsbronnen zullen dus waarschijnlijk de belangrijkste factor van luchtverontreiniging als gevolg van het wegverkeer worden tegen 2035, volgens een rapport van de OESO.
Elektrische wagens zijn daarbij vrijgesteld van vervuiling aan de uitlaat, maar hun zware batterijen zorgen in theorie voor meer bandenslijtage. De invloed op de remmen is minder groot, gezien ze worden bijgestaan door het regeneratief remmen van de elektromotor. Het wegdek wordt dan wel weer zwaarder belast. Daarom is de OESO van mening dat elektrische wagens niet moeten worden vrijgesteld van tolheffingen die als doel hebben de autovervuiling te beperken. Rijden is immers nog steeds vervuilen.
Minder is beter
Het volume van fijne deeltjes naast de uitlaat hangt af van verschillende factoren - gewicht, rijstijl, compositie van de remmen en van de weg, enzovoort - en zou daarom van invloed moeten zijn op het type voertuigen dat in de toekomst wordt aangeboden. In het rapport van de OESO kunnen we constateren dat een 'lichte' EV met een autonomie van 100 mijl (161 km) gemiddeld 11 tot 13% minder PM2.5 (de meest schadelijke fijnstofdeeltjes in de lucht) uitstoten dan een vergelijkbare auto met verbrandingsmotor. Een voordeel dat drastisch afneemt als we kijken naar zwaardere modellen die 300 mijl (483 km) kunnen afleggen zonder op te laden. Deze modellen stoten nog maar 3 tot 8% minder deeltjes uit dan hun tegenhangers met verbrandingsmotor. Dit kan worden verklaard door een stijging van de deeltjes naast de uitlaat geschat op 53,5% tegen 2030 met 4% elektrische voertuigen. Door dit aandeel te verdubbelen zou deze toename van de uitstoot verminderen tot 52,4%.
- Nettoverandering in totale emissies buiten uitlaatgassen van BEV's vergeleken met auto's met verbrandingsmotor (percentage).
- Schattingen van emissiewaarden voor het jaar 2017 en projecties voor 2030 volgens het scenario van adoptie van elektrische voertuigen als vervanging.
- Verwachte toename van de wereldwijde niet-uitlaatemissies tegen 2030.
Elektrisch rijden zal dus niet voldoende zijn om de longen van de mensheid te redden, er zal ook slimmer moeten gereden worden. Dat betekent minder rijden en de voorkeur geven aan meer duurzame vervoersmiddelen zoals de fiets of te voet, maar ook het openbaar vervoer. Daar zal er echter een mondiale politieke en burgerlijke wil voor nodig zijn, met anderzijds gestandaardiseerde methoden voor het meten van emissies buiten de uitlaatgassen. Bovendien zou een betere opleiding van automobilisten in defensief en anticiperend rijden ook de slijtage van banden en remmen kunnen verbinderen, door ze minder te moeten gebruiken.
Illustratieve foto's: iStock - Avigator Photographer
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!