Thomas Bourdrel, een cardioloog uit Straatsburg, waarschuwde begin dit jaar voor een gestegen risico op hartkwalen als gevolg van de luchtvervuiling, vooral door het autoverkeer. Jaarlijks overlijden in Europa 400.000 mensen vroegtijdig (waarvan iets meer dan 7.000 in België) als gevolg van de hoge luchtvervuiling, en dan vooral door de hoge concentraties van stikstofoxides (NOx), fijnstof en ozon. Sinds kort is de wetgeving rond dit onderwerp gevoelig verstrengd en België slaagt er min of meer in om de Europese normen te halen, maar we liggen nog enorm ver achter op de aanbevelingen van de WGO (Wereldgezondheidsorganisatie).
Nog kleinere deeltjes
Deeltjes worden geklasseerd volgens hun afmetingen. “Grove” deeltjes noemen we PM10 (diameter tussen de 10 en de 2,5 micrometer), kleinere deeltjes PM2,5 (diameter tussen 2,5 en 0,1 micrometer) en – daar wordt zelden of nooit over gesproken – dan zijn er nog de ultrafijne deeltjes, die ook nanopartikels worden genoemd (PM0,1, met een diameter kleiner dan 0,1 micrometer). Die laatste deeltjes worden steeds zorgwekkender omdat ze nauwelijks worden tegengehouden door hedendaagse uitlaatgaszuiveringssystemen. Bovendien verschilt hun toxiciteit naargelang van hun samenstelling en hun oorsprong.
Hoe ontstaan nanopartikels?
Bourdrel zegt: “partikels die voortkomen uit koolstofverbranding zoals in het wegverkeer of houtkachels hebben een kern die bestaat uit pure koolstofatomen en zijn aan hun oppervlak bekleed met allerlei toxische moleculen, zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen, maar ook met zogenaamde “overgangsmetalen”, die zo heten omdat ze oxidatieve reacties activeren. De partikels die door het wegverkeer worden uitgestoten, zijn bovendien niet alleen giftig, maar omdat ze tot de ultrafijne soort behoren, zijn ze ook het gevaarlijkst voor het hart- en bloedvatensysteem. In grootsteden is het wegverkeer – vooral van dieselmotoren – verantwoordelijk voor 30 tot 40 procent van de partikeluitstoot en meer dan 60 procent van de NO2-uitstoot. In meer landelijke streken is in de winter verwarming op hout een belangrijke bron van fijnstof. In de lente hangen vervuilingspieken vaak samen met sproeiactiviteiten van de landbouw, die verantwoordelijk zijn voor de vorming van koolstofarme deeltjes (die hoofdzakelijk bestaan uit ammoniumnitraat en ammoniumsulfaat), die een minder zware impact hebben op hart en bloedvaten dan de deeltjes die vrijkomen bij verbrandingsprocessen.”
90 procent van de uitstoot
De studie van Bourdrel toont bovendien aan dat deze nanodeeltjes doorgaans gewoon ontbreken in overheidsmaatregelen. Omdat ze kleiner zijn, zijn ze nochtans gevaarlijker en ze zijn goed voor meer dan 90 procent van de deeltjes die worden uitgestoten door voertuigen, verwarming en dergelijke meer. En zoals we eerder al zagen, zijn ze schadelijker omdat deze polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) met zware metalen op hun oppervlak semivolatiel zijn. Dat betekent dat ze vooral bij lage temperaturen gemakkelijk overgaan van een gasvormige naar een deeltjesvormige toestand. En dan worden ze pas echt gevaarlijk, want deze deeltjes dringen gemakkelijk in het menselijk lichaam binnen en reizen via de bloedbaan naar de organen.
Is er dan geen Europese regelgeving?
Waar komt dat zo allemaal vandaan? Tot op heden hebben we namelijk nauwelijks iets over deze minuscule PAK’s gehoord. Europa is zich nochtans bewust van dit gevaar voor de volksgezondheid, want PAK’s zijn opgenomen in een lijst met vervuilende stoffen die in de gaten moeten worden gehouden. Maar het probleem is dat ze door hun microscopische formaat heel moeilijk te meten zijn. Daardoor worden ze bij fijnstofmetingen systematisch onderschat. “Deze ultrafijne deeltjes hebben een verwaarloosbare massa en dus zijn metingen uitgedrukt in gewicht (nvdr: in microgram) niet representatief,” zo vertelt Bourdrel. “We zouden ze eigenlijk moeten tellen om exact hun vervuilingsgraad te kunnen becijferen”. Met een deeltjesteller, met andere woorden.
Te gevaarlijk voor labo
De risico’s van deze vorm van vervuiling zijn talrijk, zo verklaart de dokter nog: ze veroorzaken in de eerste plaats hartinfarcten en beroertes, maar ook problemen aan de lever, de hersenen, de longen en de bloedvaten. En bij zwangere vrouwen hebben ze gevolgen voor de ontwikkeling van de foetus omdat ze via de placenta tot de vrucht doordringen. Voor wie een beetje met zijn gezondheid bezig is, is dat alles zeer verontrustend. Dan rijst natuurlijk de vraag waar deze nanodeeltjes zo plots vandaan zijn gekomen. Het antwoord ligt voor de hand: de steeds meer geperfectioneerde injectiesystemen van verbrandingsmotoren, die onder steeds hogere druk werken en die heel sterk zijn in het verminderen van het verbruik, genereren steeds kleinere deeltjes, zeker in dieselmotoren. Maar ook benzinemotoren gebruiken een almaar hogere druk voor hun injectiesystemen, waardoor ook zij tegenwoordig dergelijke deeltjes uitstoten. Daarom moeten sinds dit jaar ook partikelfilters op benzinemotoren worden gemonteerd. Maar wat nog het meest schokkende is, zo zegt een verontwaardigde Bourdrel: “Het is verboden om met benzo(a)pyreen te werken in laboratoria omdat het zo gevaarlijk is. Maar we mogen het wel gewoon inademen…”. Het is duidelijk dat er sinds Dieselgate heel wat veranderd is, en ten goede, maar dat het einde van de tunnel nog lang niet in zicht is.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!