In het najaar worden de nieuwe normen van kracht die de uitstoot van (onder meer) personenwagens in reële omstandigheden moeten benaderen, beter bekend als de WLTP-normen – voor Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure. In het kader daarvan heeft de Europese Raad gesteld dat hierop markttoezicht moet worden gehouden via zogenaamde minimumcontroles. De Raad stelt namelijk dat jaarlijks een minimum aantal controles moeten plaatsvinden op de weg die overeenkomen met 1 op de 50.000 voertuigen die het jaar ervoor in de lidstaten werden ingeschreven (of 0,002 procent). Slechts een derde van deze verplichte controles gaan over emissies, de andere slaan op het controleren van de veiligheid van de remmen, de stabiliteit, het functioneren van bepaalde onderdelen, enzovoort). Dat wil zeggen dat in België zegge en schrijve zo’n 3 tot 4 auto’s per jaar als steekproef in reële omstandigheden zouden moeten worden getest op hun emissies, ofte 0,00067 procent, voorwaar een Contador-percentage.
Welnu, België heeft laten weten dat het dit superzwakke controleaanbod nog te ver vindt gaan… Ons land dringt erop aan dat ook zogenoemde papieren controles mogen meetellen in deze oefening, met andere woorden dat op papier wordt gecontroleerd of een bepaalde gelijkvormigheidstest of productietest ooit werd uitgevoerd voor dat bepaald voertuig in verband met de (nieuwe) emissienormen.
De reden waarom België aandringt om ook dergelijke ‘controles’ te laten meetellen, is voorspelbaar, maar tegelijkertijd ook hallucinant: in ons land is er namelijk geen enkel erkend lab dat in staat is om NEDC- (de oude normen), WLTP- of RDE- (Real Driving Emissions) tests uit te voeren. Waarschijnlijk zullen een aantal privéfirma’s hier bij ons dat wel kunnen (Toyota Europe in Zaventem kan het zeker, bijvoorbeeld), maar je kunt in dezen moeilijk
bij de duivel te biechten gaan…
Komt daar nog bij dat het raadsstandpunt op zich al een meer dan behoorlijke afzwakking is van het standpunt dat door het Europese Parlement werd ingenomen en waarin initieel werd gesteld dat toch minstens een vijfde van alle wagentypes die op de markt worden gebracht, getest zouden moeten worden met reële uitstootproeven (RDE dus). Aangezien dat niet doenbaar is in de praktijk, zou de vervuiling gemeten worden met zogenaamde vervuilingscamera’s, die niet 100 procent nauwkeurig zijn, maar waarmee effectief toch de meest vervuilende auto’s getraceerd kunnen worden.
Dat parlementsvoorstel heeft op zich al weinig kans om het te halen, bij ons hebben ze zelfs tegen het sterk afgezwakte raadsvoorstel nog bezwaren. Het toont nog maar eens hoe ‘ambitieus’ ons land en zijn gewesten zijn als het aankomt op klimaat en vervuiling. Je kunt gerust stellen dat België de ambitie heeft van een wandluis, maar dan zijn we wel enigszins oneerbiedig…
voor de wandluis.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!