Editoriaal / Broebelen

We schrijven dit Vooraf op een stand op het autosalon van Genève, woensdagmorgen 7 maart. Tot nog toe is het vrij rustig voor de tweede persdag, maar stilaan komt de grote intocht weer op gang. Voor veel autojournalisten, maar ook autoliefhebbers is Genève nog altijd the place to be en dat zal nog wel een tijdje zo blijven. De redenen liggen voor de hand. Allereerst is er het psychologische voordeel dat de lente in aantocht is en dat maakt mensen altijd al wat energieker. Secundo kun je nergens in de business zoveel mensen ontmoeten als in Genève. Ten derde: (bijna) iedereen is hier nog altijd van de partij, wat
niet op alle salons het geval is. Enkel Opel was de grote afwezige dit jaar, maar daar zal cost cutter Carlos Tavares, grote baas bij Opels nieuwe moederhuis PSA, wel iets mee te maken hebben.

Ook een traditie in Genève: alle kleine automakers, dromers, carrossiers en ambachtsmannen schrapen hun laatste centjes bijeen om hier goed voor de dag te komen. Je ziet dan ook elk jaar weer nieuwe van die ‘veredelde knutselaars’ bijkomen en andere verdwijnen, met als eeuwige constante de droom om met een uniek idee de wereld te veroveren. En die droom begint (en eindigt dikwijls) voor velen in Genève.

Maar onderhuids voel je het dit jaar wel danig broebelen, om eens een (Brabants?) dialectwoord te gebruiken. De terugggang van de diesel is ook hier talk of the show, zeker in de coulissen, maar zelfs in de officiële statements. Zo verklaart VW-baas Matthias Müller dat de dieselmotor nog lang niet dood is, en maakt de andere autogigant Toyota een paar meter verder bekend dat het stopt met de verkoop van diesels in Europa. Nu kun je dat natuurlijk makkelijker beslissen als je aandeel op de dieselmarkt sowieso verwaarloosbaar is, maar erachter schuilt toch een trend. Kijk maar naar de verkoopcijfers van diesels tijdens de eerste twee maanden van dit jaar in ons land – zelfs het dieselbastion lease- en bedrijfswagens brokkelt versneld af. Ten voordele van benzine dan wel, alternatieve aandrijving profiteert er (nog) niet van.

Aan de bovenzijde van de markt lijkt het dan weer business as usual: dankzij de nog altijd snelle toename van miljonairs in de hele wereld kan het zo gek niet zijn of het staat in Genève. Je hebt dan natuurlijk ook de toppunten van de wansmaak, genre Mansory, maar ook heel wat supercars met mogelijk veelbelovende oplossingen in het vooruitzicht. Met als opvallende constante dat zeker in deze hoogste regionen die technische oplossingen niet exotisch genoeg kunnen zijn, van elektriciteit over waterstof tot turbinemotoren en alles daartussenin. Een nieuwe trend in dit segment daarbij is dat ook de grote(re) prestigeconstructeurs een woordje komen meespreken qua alternatieve aandrijving, van welk genre dan ook.

En zo komt het dat Genève nog altijd de hoogmis van de automobiel blijft, ook al ‘broebelt’ en gist het overal en davert op sommige ogenblikken de hele sector op zijn grondvesten. Hier lopen de talrijk aanwezige CEO’s fier en zelfverzekerd rond, zoals hun grote ego het voorschrijft; de twijfels en de onzekerheden duwen ze (even) op het achterplan.