Editoriaal / Business as usual?

Van 18 tot 27 januari vindt het 97e autosalon plaats in de tentoonstellingshallen aan de Brusselse Heizel. Wereldwijd staan de autosalons zoals we ze kennen, onder druk: in een tijd waarin ze geconfronteerd worden met aanzienlijke investeringen in allerlei nieuwe techniek, twijfelen de autoconstructeurs aan het nut om ook nog eens zwaar te investeren in een aanwezigheid op salons waar ze qua informatie en vooral aandacht moeten concurreren met haast iedereen. Bovendien zijn er voor de klassieke salons nog kapers op de kust. Automakers die bijvoorbeeld een grote technische nieuwigheid willen voorstellen, doen dat vandaag liever op de steeds invloedrijkere CES (Consumer Electronics Show) in het Las Vegas Convention Center dan op een ‘gewoon’ salon.

Merkwaardig genoeg blijft onze Brussels Motor Show (waarvoor u in dit nummer trouwens een gratis toegangsticket vindt voor de nocturne op maandag 21 januari) voor een deel gevrijwaard van al die onheilstijdingen. In tegenstelling tot wat we zien bij veel meer gerenommeerde shows, zijn de organisatoren in Brussel er dit keer eens te meer in geslaagd nagenoeg alle merken naar de Heizelhallen te lokken, waarbij het verschil tussen het ‘grote’ salon (tijdens de even jaren, voor alle personenwagens), en het ‘kleine’ salon (tijdens de oneven jaren, met ook verplichte aandacht voor bedrijfsvoertuigen) steeds meer wegebt. 

Met een bezoekersaantal dat rond het half miljoen draait (iets erboven voor het grote en iets eronder voor het kleine salon), mag Brussel zich in verhouding tot de grootte van de Belgische bevolking zonder schroom tot de best bezochte salons ter wereld rekenen. Enkel het salon van Genève doet nog beter: het krijgt nog iets meer bezoekers over de vloer, terwijl de Zwitsers in totaal maar met acht en een kwart miljoen zijn. Met als kanttekening dat in Genève de toeloop van buitenlanders dan weer bijzonder groot is, vanwege de internationale uitstraling (maar toch blijven ook daar de constructeurs weg).

Het geheim van Brussel is dat het ‘maar’ een verkoopsalon is, door zijn tegenstanders smalend een ‘autobeurs’ genoemd en geen salon. Maar buitenlandse bezoekers die hier dan tóch aanbelanden, staan telkens weer versteld van de ruimte en de kwaliteit van deze show, die ook dit jaar toch weer een paar interessante premières naar Brussel weet te trekken. De organisatoren hopen zo hun bezoekersaantallen naar de verhoopte 450.000 te doen stijgen, mede door de aanwezigheid van de zeer populaire Dream Cars in Paleis 1, die nu de hele salonperiode te bezichtigen zullen zijn.

Achter de schermen houdt iedereen wel zijn hart vast: wanneer zal ook die (abnormaal hoge) Belgische automarkt tekenen van verval vertonen? Niemand die het zeker weet, maar de organisatoren besteden dan toch al voor de tweede keer – en nog altijd relatief schoorvoetend, want beperkt in tijd en plaats – aandacht aan nieuwe vormen van mobiliteit. Waar en wanneer die zullen doorbreken, is voor velen de hamvraag. Misschien kunt u er ook eens over peinzen zo tussen de kerstdis en het nieuwjaarsfestijn… als een wat contemplatiever oefening. De rest van de jaarwende kan er alleen maar beter door worden. Feest ze… en tot volgend jaar.